Rechtspraak
Werknemer is in dienst van appellante werkzaam als calculator/werkvoorbereider voor 40 uur per week. In 2009 wordt hij getroffen door een hartstilstand. De werknemer houdt aan de reanimatie cognitieve stoornissen over. Hij verricht passende arbeid. Na aanvraag van een WIA-uitkering op 15 juli 2015 legt UWV een administratieve loonsanctie op en beslist afwijzend op het verzoek de loonsanctie te bekorten. Een arbeidsdeskundige van UWV stelt vast dat geen sprake is van een bevredigend re-integratieresultaat, omdat werknemer niet werkzaam is in structureel werk dat aansluit bij zijn functionele mogelijkheden. Het bezwaar en beroep tegen het besluit om de loonsanctie niet te bekorten worden ongegrond verklaard. In hoger beroep handhaaft appellante haar standpunt dat haar bedrijfsarts in januari 2014 terecht van opvatting was dat bij werknemer sprake was van marginaal benutbare mogelijkheden. Op grond van die mogelijkheden is werknemer bij appellante maximaal in aangepaste arbeid werkzaam geweest. Daarbij stond hij steeds onder rechtstreeks toezicht of kreeg hij intensieve begeleiding wat in het vrije bedrijfsleven niet mogelijk is. Volgens appellante is zij terecht tot de conclusie gekomen dat er voor werknemer geen arbeidsmogelijkheden waren. Voor zover haar een verwijt kan worden gemaakt wat de re integratie inspanningen betreft, is appellante van mening dat zij daarvoor een deugdelijke grond heeft. De Centrale Raad van Beroep oordeelt als volgt. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft blijkens het rapport van 20 november 2015 het rapport van de arbeidsdeskundige onderstreept. De arbeidsdeskundige heeft de verkeerde betekenis toegekend aan het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 2 oktober 2015. Uit het rapport blijkt dat de primair arbeidsdeskundige is uitgegaan van onjuiste medische beperkingen van werknemer. Op grond van de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep kan worden aangenomen dat bij het arbeidskundig onderzoek dat is verricht door een arbeidsdeskundige van Verzuim & Zo, niet is uitgegaan van een te beperkt belastbaarheidsprofiel van werknemer. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft zich, hoewel de verzekeringsarts bezwaar en beroep de bedrijfsarts in de medische beoordeling heeft gevolgd, op het standpunt gesteld dat ten onrechte niet ook in het tweede spoor re integratie inspanningen zijn verricht. Met inachtneming van de FML van 20 augustus 2015 heeft de arbeidsdeskundige nog voldoende passende functies op de vrije arbeidsmarkt weten te duiden. Bovendien is aan de werknemer een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend. Het standpunt van UWV kan niet worden gevolgd. In een loonsanctiezaak als hier aan de orde gaat het om de vraag of de werkgever in redelijkheid heeft kunnen komen tot de re integratie inspanningen die zijn verricht, niet of voor de werknemer theoretische functies op de arbeidsmarkt kunnen worden geselecteerd zoals dat gebeurt in het kader van een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Het is vaste rechtspraak (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 16 maart 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:940) dat het toekennen van een WIA uitkering niet tot de conclusie kan leiden dat een betrokkene een deugdelijke grond had om geen re integratie inspanningen in het tweede spoor te starten. Omgekeerd moet ook gelden dat een latere beoordeling van de WIA aanspraken, waarbij de arbeidsdeskundige het mogelijk acht functies te duiden, op zichzelf niet automatisch betekent dat daarmee is aangetoond dat re integratie inspanningen in het tweede spoor hadden moeten worden gestart. In de uitspraak van 16 maart 2016 is daarover geoordeeld dat de toekenning van een WIA uitkering achteraf heeft plaatsgevonden op basis van andere beoordelingsmaatstaven dan aan de orde zijn in zaken als de onderhavige. De motivering van de arbeidsdeskundigen van het UWV op grond waarvan bekorting van de loonsanctie is geweigerd berusten niet op een deugdelijke motivering. Gelet op de medische en arbeidskundige gegevens zijn er geen aanknopingspunten om te oordelen dat appellante in haar re integratieverplichtingen is tekortgeschoten. UWV heeft ten onrechte besloten de opgelegde loonsanctie niet te bekorten. Het hoger beroep van appellante slaagt.