Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering/X

Feiten

Het pensioenfonds vordert om X te veroordelen tot betaling aan het bedrijfspensioenfonds van een bedrag van € 3.487,25. Het pensioenfonds stelt daartoe het volgende. X voert een onderneming (hierna: bedrijf Y) die valt onder de werkingssfeer van het pensioenfonds. Bedrijf Y is op grond van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf) gehouden tot betaling van de voor haar werknemers uit hoofde van hun verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. De verschuldigde premies over het heffingsjaar 2016 (januari t/m oktober) ad € 3.248,84 zijn onbetaald gelaten. X betwist de vordering en voert hiertoe aan dat hij geen partij is in dezen nu hij bedrijf Y per 1 oktober 2016 heeft overgedragen.

Oordeel

Of er is sprake van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW moet worden beoordeeld aan de hand van de feitelijke omstandigheden. X runde tot 1 oktober 2016 het café. Per 1 oktober 2016 is het café overgenomen door NulZevenAcht eten en drinken B.V. (hierna: NulZevenAcht). De enige vaste werkneemster van X en X zelf zijn in dienst getreden bij NulZevenAcht. Ook zijn de werknemers met een nulurencontract overgenomen. NulZevenAcht heeft de vaste activa, de inventaris, de voorraad en de administratie van de onderneming overgenomen van X. NulZevenAcht is de huurder geworden van het pand dat tot die tijd door X gehuurd werd. NulZevenAcht richt zich op hetzelfde publiek, hanteert dezelfde openingstijden, voert hetzelfde assortiment en een nagenoeg identieke menukaart. Op deze wijze is de identiteit van de onderneming gewaarborgd gebleven, aldus X. Anders dan het pensioenfonds stelt gaat het hier om meer dan alleen een overname van activa. Uit de feitelijke gang van zaken volgt dat tussen X en NulZevenAcht wilsovereenstemming bestond over de inbreng van de eenmanszaak van X in de besloten vennootschap van NulZevenAcht zodat er sprake is van een overdracht van de ondernemingsactiviteiten van bedrijf Y waarbij de identiteit van het café werd behouden. Aldus is sprake geweest van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW. Uit onder meer de navolgende omstandigheden kan worden vastgesteld dat de onderneming pas per 1 november 2016 is overgedragen. NulZevenAcht is per 1 november 2016 huurder geworden van het bedrijfspand. Uit de gegevens van het UWV blijkt dat er door X tot en met oktober 2016 loonaangifte is gedaan en X vanaf 1 november 2016 geen personeel meer in dienst heeft gehad. Allemaal omstandigheden van ná 1 oktober 2016 waarbij vooral de gegevens van het UWV doorslaggevend zijn. Op grond van artikel 7:664 lid 2 en 7:663 BW is X tot een jaar na de overgang hoofdelijk verbonden voor de nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, waaronder onderhavige pensioenverplichtingen, die zijn ontstaan vóór het tijdstip van de overgang. De vordering van het pensioenfonds ziet op de pensioenpremie over het heffingsjaar 2016 berekend over de maanden januari tot en met oktober 2016. De gehele vordering bestond dus al voor de overgang van de onderneming zodat X gehouden is deze te voldoen. De gevorderde hoofdsom zal dan ook worden toegewezen. Als gevolg van het niet tijdig voldoen van de premiebijdrage is X rechtstreeks in verzuim geraakt. In dat geval is hij als gevolg van de van toepassing zijnde reglementen wettelijke rente, boete en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.