Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 31 oktober 2017
ECLI:NL:GHAMS:2017:4432
werkneemster/Stichting Regionaal Opleidingen Centrum TOP
Feiten
Werkneemster is op 1 augustus 2008 in dienst getreden van (de rechtsvoorgangster van) ROC TOP en was laatstelijk werkzaam in de functie van mentor. Werkneemster is op 11 februari 2013 ziek gemeld wegens psychische klachten, op 14 januari was zij weer beter. Op 14 januari 2016 heeft het UWV werkneemster bericht dat haar WGA-uitkering per 1 april 2016 zal worden beëindigd omdat zij niet meer arbeidsongeschikt is. Na een kort geding betreffende onder meer wedertewerkstelling en de re-integratie, heeft werkneemster verzocht om één tot twee weken vakantie op te mogen nemen. ROC TOP heeft na overleg heeft besloten dat zij één week vakantie krijgt. Werkneemster heeft van 18 juli 2016 tot 29 augustus 2016 niet gewerkt wegens vakantie. Bij brief van 30 augustus 2016 heeft ROC TOP werkneemster geschreven, samengevat, dat werkneemster vijf weken ongeoorloofd afwezig is geweest en dat zij heel goed wist dat zij maar één week vakantie toegekend had gekregen. Bij de bestreden beschikking van 6 december 2016 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op de primaire grond (verwijtbaar handelen van werkneemster) ontbonden met ingang van 1 februari 2017 en ROC TOP veroordeeld tot betaling aan werkneemster van een transitievergoeding ten bedrage van € 5.719,68 bruto. Het verzoek van werkneemster tot toekenning van een billijke vergoeding is afgewezen.
Oordeel
Werkneemster verzoekt in haar beroepschrift primair herstel van de arbeidsovereenkomst. De grieven IV tot en met XIV kunnen gezamenlijk worden behandeld. Zij zijn gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat werkneemster verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en onderdeel e BW. Partijen zijn het erover eens dat werkneemster hoe dan ook, wat er ook zij van een gemaakte afspraak over vakantie en wat er ook zij van het verlofsaldo van werkneemster en de opstelling daaromtrent van ROC TOP, twee weken ongeoorloofd afwezig is geweest van haar werk. Van belang is dat partijen vóór de feitelijke vakantieopname door werkneemster nadrukkelijk en herhaaldelijk hebben gesproken en gecorrespondeerd over de lengte van de vakantie van werkneemster. Het hof begrijpt dat over deze kwestie ook tussen partijen via hun advocaten is gecorrespondeerd. Vervolgens heeft werkneemster er niet mee volstaan om, niettegenstaande de duidelijke opstelling van ROC TOP hieromtrent, de door haar verzochte vakantie van 25 juli 2016 tot 19 augustus 2016 op te nemen, maar is zij van 18 juli 2016 tot 29 augustus 2016 afwezig geweest. Uit de verklaring van werkneemster ter zitting van het hof (‘Ik heb gedacht “ik ga het toch doen”’) volgt dat zij de door haar gewenste vakantie van zes weken heeft opgenomen in het volle besef dat ROC TOP dat zeker zou hebben geweigerd als ze erom had verzocht. Evenals de kantonrechter, waardeert het hof de hiervoor beschreven gedraging van werkneemster in de gegeven omstandigheden als zodanig verwijtbaar dat van ROC TOP in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Al hetgeen werkneemster ter relativering van de ernst van haar handelwijze heeft aangevoerd (voor zover dat hiervoor niet reeds is genoemd; het hof doelt op de discussie tussen partijen over het al dan niet gemaakt zijn van een afspraak over één week vakantie, het verlofsaldo van werkneemster en de opstelling daaromtrent van ROC TOP) brengt hierin geen verandering. De grieven IV tot en met XIV stuiten op het voorgaande af. Dat herplaatsing niet in de rede ligt, volgt reeds uit artikel 7:669 lid 1 BW, zodat ook grief XV geen succes heeft. De grieven XVI tot en met XX zijn alle gericht tegen overwegingen die in de bestreden beschikking zijn gewijd aan de ernst van de over en weer gemaakte verwijten en de rol die beide partijen hebben gespeeld, welke overwegingen de kantonrechter hebben geleid tot de conclusie dat geen aanleiding bestaat om aan een van beide kanten ernstige verwijtbaarheid aan te nemen.