Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 21 december 2017
ECLI:NL:RBNHO:2017:10664
Blooming Hotel en Conferentielandgoed B.V./werkneemster
Feiten
Werkneemster is op 30 mei 2016 in dienst getreden bij Blooming Hotel en Conferentielandgoed B.V. (hierna: Blooming) in de functie van Rooms Division Manager. Op 26 juli 2017 heeft zich een incident voorgedaan tussen werkneemster en de directeur van Blooming (hierna: de directeur), waarbij werkneemster zich erover heeft beklaagd dat er bij afwezigheid van de directeur geen betalingen aan derden mogen worden gedaan. Werkneemster heeft hierbij aangegeven ‘woest’ te zijn over deze ‘totaal idiote en onwerkbare situatie’. Op 8 en 11 september 2017 zijn partijen hierover in gesprek gegaan. Tijdens dit gesprek heeft werkneemster aangegeven zich niet prettig te voelen bij de samenwerking met de directeur en dat zij vindt dat het vertrouwen in haar expertise ontbreekt. Na het gesprek heeft werkneemster twee weken onbetaald verlof opgenomen. Op 28 september 2017 heeft Blooming een beëindigingsvoorstel aan werkneemster voorgelegd, omdat volgens Blooming sprake is van een onoverkomelijk arbeidsconflict. Werkneemster heeft dit voorstel niet geaccepteerd. Blooming wendt zich thans tot de kantonrechter met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de g-grond. Het verzoek van werkneemster strekt primair tot afwijzing van de verzochte ontbinding en subsidiair tot toekenning van een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen.
Oordeel
Verstoorde arbeidsverhouding
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit het incident van 26 juli 2017 dat de wijze waarop werkneemster met de directeur communiceert verre van professioneel is. Op 11 september 2017 hebben partijen hierover een uitvoerig gesprek gevoerd, waarbij werkneemster heeft aangegeven zich niet prettig te voelen over de wijze waarop de samenwerking met de directeur verloopt en dat het vertrouwen in haar expertise ontbreekt. Daarnaast stelt werkneemster dat zij in haar beleving minder mag meedenken over andere zaken dan alleen haar eigen vakgebied. Hoewel werkneemster – na het opnemen van twee weken onbetaald verlof om na te denken – thans aangeeft gewoon verder te willen gaan, stelt de directeur dat de voorzetting van het dienstverband van werkneemster niet acceptabel is. De kantonrechter is van oordeel dat deze omstandigheden – en met name de door werkneemster op 11 september geuite motie van wantrouwen – met zich brengen dat sprake is van een dusdanig verstoorde arbeidsverhouding, dat van Blooming niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren. Hierbij is ook van belang dat werkneemster wordt verweten dat zij door haar handelwijze de mogelijkheid tot verdere samenwerking heeft weggenomen, terwijl haar functie een zekere mate van vertrouwen en samenwerking met de directeur vereist. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt.
Billijke vergoeding
Werkneemster heeft als grond voor het ernstig verwijtbaar handelen aangevoerd dat Blooming haar terugkeer heeft tegengehouden door haar op non-actief te stellen en aan te sturen op haar ontslag. De kantonrechter is evenwel van oordeel dat Blooming op goede gronden tot de non-actiefstelling heeft kunnen komen, omdat werkneemster en de directeur een ernstig verschil van inzicht hadden over de handelwijze van werkneemster. Derhalve kan worden aangenomen dat het voortduren van de arbeidsovereenkomst in de weg zou staan aan een goed functioneren van het managementteam. Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van Blooming, zodat de verzochte billijke vergoeding wordt afgewezen.