Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 15 augustus 2018
ECLI:NL:RBNNE:2018:3281
werknemer/werkgever
Feiten
Werknemer is op 1 april 2007 bij werkgever X (hierna: X) in dienst getreden tegen een salaris van € 1.568,90 bruto per maand. Op de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is de cao voor de Metaal & Techniek (hierna: de cao) van toepassing. In artikel 67 van de cao is bepaald dat een werknemer in beginsel gedurende de eerste 6 maanden van de ziekteperiode recht heeft op 100% van het loon, terwijl de werkgever in de daaropvolgende 18 maanden slechts 90% van het loon is verschuldigd. Op 19 augustus 2016 is werknemer na een hartinfarct ziek uitgevallen, waarna door de bedrijfsarts is geconcludeerd dat hij zijn eigen werkzaamheden niet meer kan uitvoeren. Vanaf augustus 2016 tot december 2017 heeft X 100% van het loon doorbetaald. Daarna is X door zijn boekhouder erop gewezen dat hij te veel loon aan werknemer heeft betaald. Vervolgens is aan werknemer te kennen gegeven dat hij vanaf januari 2018 slechts 90% van het loon doorbetaald zou krijgen. In de periode van januari tot juni 2018 heeft X het door hem te veel betaalde loon verrekend. Werknemer stelt thans in een kortgedingprocedure dat hij onderbetaald is en vordert betaling van achterstallig loon. Daarnaast vordert werknemer loondoorbetaling op grond van indeling in de juiste functieschaal en loongroep volgens de cao.
Oordeel
Functieschaal en loongroep
Werknemer stelt dat hij, gelet op zijn werkzaamheden, in minimaal functiegroep 5 van de cao moet worden geplaatst en aldus recht heeft op een bruto maandloon van € 1.409,68. Hiertegenover staat de stelling van X dat hij werknemer met subsidie heeft aangenomen, dat werknemer geen papieren heeft en slechts eenvoudige, niet-zelfstandige werkzaamheden verrichtte. De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van werknemer neerkomt op een declaratoire voorziening en zich niet verdraagt met een voorlopige voorziening. De discussie omtrent de functiegroepindeling zal derhalve in een bodemprocedure moeten worden gevoerd.
Loondoorbetaling tijdens ziekte
Werknemer heeft met een beroep op artikel 67 cao gesteld dat X het loon tijdens arbeidsongeschiktheid moet doorbetalen. X heeft hiertegenover gesteld dat hij werknemer ten onrechte gedurende 18 maanden voor 100% heeft doorbetaald en het te veel betaalde loon dan ook mag verrekenen. De kantonrechter volgt X hierin niet. Hoewel het een werkgever vrijstaat meer te betalen dan het in artikel 67 van de cao genoemde percentage, is het achteraf zonder meer verrekenen van het meer betaalde in strijd met de regels van goed werkgeverschap. X wordt derhalve veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon over de periode januari tot en met juni 2018 (€ 757,85).