Naar boven ↑

Rechtspraak

Ondernemingsraad van Medisch Centrum Leeuwarden B.V./Medisch Centrum Leeuwarden B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 juli 2017
ECLI:NL:GHAMS:2017:2857

Ondernemingsraad van Medisch Centrum Leeuwarden B.V./Medisch Centrum Leeuwarden B.V.

Geen plicht voor ziekenhuis om eerst besluit te nemen over te gaan op regieorganisatie alvorens besluit kan worden genomen over outsourcing. Daarbij heeft ziekenhuis steeds duidelijk en gemotiveerd aan de ondernemingsraad uitgelegd waarom bepaalde keuzes zouden moeten worden gemaakt. Verklaring voor recht dat ziekenhuis niet in redelijkheid tot besluit kon komen afgewezen.

Feiten

MCL is een centrum van medisch specialistische, verpleegkundige en paramedische zorg in Friesland. MCL wenst de afdeling Bedrijfshoreca uit te besteden, ofwel op grond van overgang van onderneming ofwel op grond van detachering. MCL heeft daarbij als derde Vermaat op het oog, die de horecafaciliteiten op zich zou nemen. MCL vraagt hierover advies aan de ondernemingsraad. Daarin geeft zij onder meer een tijdspad voor de transitie (bijv. onderhandelingen met de vakbonden en het ontwikkelen van een partner/regiefunctie voor MCL). De ondernemingsraad stelt vervolgens vragen, onder andere over de financiƫle noodzaak en of het plan kwalitatief goed realiseerbaar is. De ondernemingsraad is daarbij kritisch op de rol van MCL. Zijn kernpunt is dat het Facilitair Bedrijf zou worden omgevormd naar een regieorganisatie en vervolgens wordt afgeslankt, zonder dat MCL daar enige ervaring bij zou hebben. MCL verschaft vervolgens meer inzicht in (onder meer) de exploitatieresultaten. De ondernemingsraad brengt vervolgens een negatief advies met betrekking tot de uitbesteding. MCL neemt daarna toch het besluit tot uitbesteding. In een notitie brengt zij de ondernemingsraad (zeer uitgebreid) op de hoogte van het proces en de redenen die daarachter liggen. Ook op deze notitie adviseert de ondernemingsraad negatief. De ondernemingsraad verzoekt vervolgens een verklaring voor recht dat MCL in redelijkheid niet tot het besluit had kunnen komen omdat zij daartoe eerst een besluit had moeten nemen ten aanzien van de ontwikkeling en herinrichting van het Facilitair Bedrijf tot een regieorganisatie.

Oordeel

Naar het oordeel van de OK is MCL niet gehouden om eerst een besluit te nemen over de ontwikkeling en herinrichting van het Facilitair Bedrijf tot een regieorganisatie alvorens het onderhavige besluit te kunnen nemen. MCL heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat het besluit tot het uitbesteden van de Bedrijfshoreca als onderdeel van het Facilitair Bedrijf, een op zichzelf staand besluit is en dat het voor het voeren van regie op een met Vermaat te sluiten overeenkomst niet noodzakelijk is de herinrichting van het Facilitair Bedrijf af te wachten. Dat de regiefunctie op de bedrijfshoreca in MCL nieuw is en dat die functie noodzakelijk is om een volwaardig partnership te ontwikkelen maakt dat niet anders omdat MCL afdoende heeft toegelicht dat er binnen het Facilitair Bedrijf al jaren op onderdelen een regieorganisatie bestaat en dat het voeren van regie op het met Vermaat te sluiten contract ter hand kan worden genomen zonder dat het Facililtair Bedrijf daaraan voorafgaand is omgevormd tot een regieorganisatie. Er is geen aanleiding voor het oordeel dat het Facilitair Bedrijf onvoldoende in staat zou zijn of onvoldoende expertise zou hebben om de regie op de met Vermaat te sluiten overeenkomst te voeren. Mede gelet op het feit dat ook andere onderdelen van het Facilitair Bedrijf zijn uitbesteed ziet de OK geen grond voor het oordeel dat MCL in redelijkheid niet tot het besluit had kunnen komen. Naar het oordeel van de OK heeft MCL bovendien ruimschoots inzicht geboden in nut en noodzaak van de in het (voorgenomen) besluit gemaakte keuze om de bedrijfshoreca uit te besteden. Daarbij heeft MCL voldoende inzicht geboden in de gevolgen die het (voorgenomen) besluit heeft voor het personeel. MCL heeft steeds informatie gedeeld met de ondernemingsraad en zijn vragen beantwoord. Daarbij is een duidelijk en gemotiveerd tijdspad gegeven. De verzochte verklaring voor recht wordt daarom afgewezen.