Naar boven ↑

Rechtspraak

Saybolt Nederland B.V./gedaagden
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 25 september 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:7978

Saybolt Nederland B.V./gedaagden

Kort geding. Werknemer wordt acht maanden aan concurrentiebeding met looptijd van een jaar gehouden zonder toekenning vergoeding. Nieuwe werkgever handelt onrechtmatig door stelselmatig werknemers van concurrent te benaderen en in dienst te nemen.

Feiten

Saybolt Nederland B.V. (hierna: ‘Saybolt’) en Amspec B.V. (hierna: ‘Amspec’) zijn concurrenten van elkaar. Werknemer is op 19 november 1990 in dienst getreden bij Saybolt. Laatstelijk bekleedde hij de functie van Senior Accountmanager. In juni 2018 heeft werknemer aan Saybolt meegedeeld dat hij een functie bij Amspec heeft aanvaard. Bij brief van 25 juni 2018 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst met Saybolt opgezegd tegen 31 augustus 2018. Saybolt heeft werknemer zowel mondeling als bij brief van 27 juni 2018 laten weten hem te zullen houden aan het concurrentiebeding en de overige bedingen in zijn arbeidsovereenkomst. Bij brief van 16 juli 2018 heeft Saybolt Amspec meegedeeld dat werknemer is gebonden aan een concurrentiebeding. Zij heeft Amspec gesommeerd om werknemer op geen enkele wijze te werk te stellen gedurende de duur van het concurrentiebeding en om te bevestigen dat Amspec zich per direct zal onthouden van het (direct of indirect) benaderen en/of wegkopen van werknemers bij Saybolt.

Oordeel

Primair vordert werknemer in kort geding het concurrentie- en relatiebeding van zijn arbeidsovereenkomst met Saybolt te schorsen of te matigen tot nihil. Naar Saybolt terecht aanvoert, verdraagt de gevorderde matiging van de bedingen zich – vanwege het constitutieve karakter daarvan – niet met het voorlopige karakter van een kort geding, zodat dit deel van de vordering voor afwijzing gereed ligt. Saybolt voert eveneens terecht aan dat werknemer zijn vordering tot schorsing van het relatiebeding niet heeft onderbouwd. Ook dit deel van de vordering ligt daarom voor afwijzing gereed. Ten aanzien van de gevorderde schorsing van het concurrentiebeding geldt het volgende. Er is sprake van een persoonlijke band tussen werknemer en de klanten die hij bedient. Daar komt bij dat werknemer, doordat hij gedurende lange(re) tijd dezelfde klanten heeft bediend beschikt over zeer specifieke wensen en bijzonderheden van die klanten aangaande het blendproces. De kans is daarmee reëel dat deze klanten werknemer zullen volgen, wanneer hij overstapt naar Amspec. Dat de werkzaamheden van werknemer van belang zijn voor het behoud van klantenbinding, wordt tevens ondersteund door het feit dat Amspec bereid is om bijna twee keer zoveel salaris te betalen aan werknemer én dat zij bereid is om, als dat moet, een jaar te wachten om hem in dienst te nemen. De stelling van Amspec dat werknemer alleen maar uitvoerende werkzaamheden heeft verricht, is daarmee ongeloofwaardig althans in het licht van de klantcontacten en wensen van de klanten irrelevant. Duidelijk is derhalve dat Saybolt een wezenlijk belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. Het is waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat werknemer na ommekomst van een periode van acht maanden onbillijk wordt benadeeld door het concurrentiebeding en het beding op die grond gedeeltelijk zal vernietigen. Dat leidt ertoe dat het concurrentiebeding van werknemer zal worden geschorst met ingang van 1 mei 2019, totdat in een bodemprocedure onherroepelijk wordt beslist over de vernietigbaarheid van dat beding. Er is geen reden om aan werknemer een vergoeding in de zin van artikel 7:653 lid 4 BW (oud) toe te kennen. Werknemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat het beding hem in belangrijke mate belemmert om (al dan niet tijdelijk) anders dan in dienst van Saybolt werkzaam te zijn. Voor de beantwoording van de vraag of Amspec onrechtmatig jegens Saybolt handelt, geldt het volgende. De  voorzieningenrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken en is van oordeel dat hier sprake is van een patroon in de werkwijze van Amspec, dat betekenisvol verder gaat dan de door werknemer en Amspec gestelde marktwerking. Met het systematisch aantrekken van sleutelfiguren en vervolgens ondergeschikten heeft Amspec als het ware een raamwerk kunnen neerzetten voor haar eigen organisatie. Naar voorlopig oordeel heeft Amspec, door de wijze waarop zij – ondanks haar wetenschap van het bestaan van concurrentie- en relatiebedingen – op grote schaal werknemers van Saybolt op sleutelposities heeft overgenomen en heeft geprofiteerd van de wanprestatie gepleegd door oud-werknemers van Saybolt die inmiddels bij Amspec in dienst zijn, onrechtmatig jegens Saybolt gehandeld. Saybolt heeft er daarom een gerechtvaardigd belang bij dat niet alleen werknemer maar ook Amspec het concurrentie, relatie- en geheimhoudingsbeding waar werknemer aan is gebonden, respecteert.