Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 18 september 2018
ECLI:NL:RBOVE:2018:3843
Woonzorg combinatie overijssel/werknemer
Feiten
Werkneemster is sinds 1 maart 2014 in dienst van WZCO in de functie van directeur. Werkneemster is tevens 35% aandeelhouder. Per januari 2017 is de bestuursstructuur gewijzigd door een maatschap te vormen. Vervolgens is in augustus 2017 wederom de bestuursstructuur gewijzigd in die zin dat de voormalige maten tot statutair bestuurder werden benoemd. Tussen WZCO en werkneemster is in juni 2017 opnieuw een arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd. Werkneemster is per maart 2018 volledig arbeidsongeschikt. De ava heeft op 12 juli 2018 besloten om Amaris Holding (de vennootschappen van werkneemster) ontslag te verlenen. WZCO verzoekt voorwaardelijk, voor het geval er een arbeidsovereenkomst van kracht is, de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Primair legt zij aan het verzoek ten grondslag dat werkneemster verwijtbaar heeft gehandeld, omdat zij zich heeft verrijkt ten koste van WZCO. Subsidiair legt zij aan haar verzoek de h-grond ten grondslag, in die zin dat de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden. Meer subsidiair verzoekt zij ontbinding op grond van disfunctioneren en tot slot op grond van de verstoorde arbeidsverhouding.
Oordeel
Werkneemster was niet persoonlijk, maar via haar vennootschap (Amaris Holding) statutair bestuurder. Zij was derhalve middellijk bestuurder. Het besluit van de ava tot ontslag van Amaris heeft niet het gevolg dat op grond van artikel 2:244 BW de arbeidsovereenkomst met werkneemster eindigt. Derhalve wordt inhoudelijk gekeken of sprake is van een redelijke grond voor ontslag. Het verzoek op grond van verwijtbaar handelen wordt afgewezen. WZCO had eraan ten grondslag gelegd dat werkneemster zichzelf heeft verrijkt door woonruimte ver boven de marktwaarde aan WZCO te verhuren. Werkneemster voert hiertegen verweer. De kantonrechter oordeelt dat het op de weg had gelegen van WZCO om de verwijten nader te onderbouwen, maar dit heeft zij nagelaten. Ten aanzien van de h-grond overweegt de rechter dat het enkele feit dat aan Amaris Holding als statutair bestuurder ontslag is verleend, waardoor de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden, niet zonder meer een redelijke h-grond meebrengt. Volgens de kantonrechter is niet inzichtelijk gemaakt op welke grond de ava haar besluit tot ontslag van Amaris Holding heeft gebaseerd en of dat een redelijke grond kan opleveren in de zin van artikel 7:669 BW. De h-grond is dan ook naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende voldragen. Met betrekking tot ontbinding op grond van disfunctioneren concludeert de kantonrechter dat disfunctioneren onvoldoende is gebleken en dat de mogelijkheid van een verbetertraject niet heeft plaatsgevonden. De kantonrechter volgt WZCO wel in haar stelling dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. Werkneemster staat niet op goede voet met de overige aandeelhouders en ook de RvS heeft aangegeven dat zij geen steun meer krijgt. Werkneemster is het ermee eens dat de verhoudingen moeizaam zijn. De kantonrechter stelt vast dat de arbeidsverhoudingen ernstig en duurzaam zijn verstoord en terugkeer uitgesloten moet worden geacht. De arbeidsovereenkomst wordt met inachtneming van de opzegtermijn en onder toekenning van de transitievergoeding ontbonden.