Rechtspraak
Hansa/werknemer
Feiten
Werknemer is op 1 januari 2013 in dienst getreden bij Hansa. In de arbeidsovereenkomst van werknemer is een nevenwerkzaamhedenverbod opgenomen. Werknemer is sinds 18 november 2016 arbeidsongeschikt. In september 2017 is werknemer gestart met re-integratie tweede spoor. Per 18 november 2017 heeft de bedrijfsarts geconstateerd dat werknemer volledig arbeidsongeschikt is en niet belastbaar voor eigen of aangepast werk. Op 23 november 2017 is werknemer op staande voet ontslagen. Redenen van het ontslag zijn – kort gezegd – (1) handelen in strijd met het nevenwerkzaamhedenbeding en (2) handelen in strijd met de verplichtingen uit hoofde van zijn re-integratie. Werknemer heeft tegen dit ontslag geprotesteerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opzegging niet rechtsgeldig is. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding onder toekenning van de transitievergoeding. Hansa komt op tegen het oordeel dat de opzegging niet rechtsgeldig is.
Oordeel
Het staat vast dat werknemer zich aanduidt als een technisch monteur bij een niet bestaand bedrijf. Tevens staat vast dat werknemer relaties van Hansa heeft benaderd om aan te geven dat hij goederen wilde bestellen dan wel dat hij daar interesse in had. Met de kantonrechter is het hof echter van oordeel dat deze feiten een te smalle basis opleveren voor een ontslag op staande voet. De activiteiten zijn onvoldoende om ze te kunnen aanmerken als 'het doen van zaken voor eigen rekening'. De grieven van Hansa falen en het hof onderschrijft het oordeel van de kantonrechter dat het gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was.