Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 29 januari 2019
ECLI:NL:GHAMS:2019:193
Turistik Hava Tasimacilik A.S./werknemer
Feiten
Werknemer heeft vanaf 2015 tot 15 november 2016 werkzaamheden verricht voor Turistik Hava Tasimacilik A.S. (hierna: Turistik Hava), een naamloze vennootschap naar Turks recht met statutaire zetel in Istanboel, Turkije. Werknemer was laatstelijk werkzaam als copiloot. Partijen zijn op 1 november 2015 een schriftelijke overeenkomst aangegaan met betrekking tot de werkzaamheden van werknemer voor Turistik Hava. Daarbij zijn zij onder andere overeengekomen dat de ‘base residence’ van werknemer Amsterdam was, dat Turistik Hava hem een ‘salary’ van € 3.500 netto per maand zou betalen en dat Turistik Hava de overeenkomst ‘at any time’ mocht beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 15 dagen in het geval dat zij ‘ceases to carry on business or meet its financial obligations’. De overeenkomst is behoudens eerdere beëindiging aangegaan voor bepaalde tijd, van 1 november 2015 tot en met 7 november 2018. In de overeenkomst is Turks recht van toepassing en de Turkse rechter bevoegd verklaard. Bij brief van 30 oktober 2016 heeft Turistik Hava de overeenkomst met een beroep op het beëindigingsbeding opgezegd tegen 15 november 2016, vanwege bedrijfseconomische omstandigheden. Werknemer heeft de kantonrechter in eerste aanleg onder meer verzocht de opzegging door Turistik Hava te vernietigen. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen. Hiertegen komt Turistik Hava op.
Oordeel
Bevoegdheid Nederlandse rechter
Uit de werkzaamheden van werknemer, die voor en op instructie van Turistik Hava hebben plaatsgehad, de inhoud van de overeenkomst, waarvan artikel 2.2 werknemer verplicht zodanige vluchten uit te voeren als Turistik Hava van hem verlangt en zich te richten naar de procedures en voorschriften van Turistik Hava, de betaling van een maandelijks ‘salary’ door Turistik Hava aan werknemer, de overeengekomen duur van de overeenkomst, te weten ruim drie jaar, en uit de plaats van werknemer als copiloot in de onderneming van Turistik Hava, volgt dat aan alle maatstaven voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 20 Brussel I bis-Verordening is voldaan. Verder is komen vast te staan dat Schiphol de plaats is waar of van waaruit werknemer gewoonlijk heeft gewerkt. Voorts overweegt het hof dat het in de overeenkomst tussen partijen opgenomen rechts- en forumkeuzebeding niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 23 Brussel I bis-Verordening, aangezien het is overeengekomen vóór het ontstaan van het voorliggende geschil en het voorziet in de uitsluitende bevoegdheid van de Turkse rechter. Op grond van het voorgaande is de Nederlands rechter bevoegd.
Opzegging
Werknemer geniet, de in de overeenkomst gemaakte keuze voor Turks recht ten spijt, de bescherming die hem toekomt op grond van in het Nederlandse recht neergelegde dwingende regels. De opzegging van Turistik Hava laat geen andere uitleg toe dan dat deze is gebaseerd op artikel 7:669 lid 3 sub a BW, zeker gelet op de gronden die Turistik Hava noemt voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Zowel de schriftelijke instemming van werknemer als de toestemming van het UWV voor de opzegging ontbreekt. De kantonrechter was daarom bevoegd die opzegging op verzoek van werknemer te vernietigen. Bekrachtiging van de bestreden beschikking volgt.