Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 27 maart 2019
ECLI:NL:RBMNE:2019:3071

werkgeefster/werknemer

Directeur die zichzelf ten koste van werkgever twee deuren à € 6.500 per stuk cadeau doet, zonder toestemming pensioenpremies als salaris laat uitbetalen en voor meer dan € 500.000 aan opdrachten verstrekt aan een bedrijf waar hij zelf eigenaar van is, handelt ernstig verwijtbaar.

Feiten

Werknemer is sinds 1 juli 1998 in dienst van werkgeefster. Sinds 1999 is hij Directeur Nederland. Het laatstgenoten salaris bedraagt € 15.880 exclusief vakantietoeslag en bonussen. Eind augustus 2018 heeft de directie van werkgeefster een anonieme brief ontvangen, waarin werknemers van werkgeefster hun zorgen uiten over het functioneren van werknemer als directeur in Nederland en over het misbruiken van zijn positie. Naar aanleiding van deze brief heeft werkgeefster een onderzoek ingesteld naar het handelen van werknemer en hem op non-actief gesteld. Werkgeefster verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden, primair vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen. Daarnaast heeft werknemer vanaf 1 januari 2015 zonder toestemming van werkgeefster zichzelf een maandelijkse pensioenbijdrage toegekend. Hij heeft daarom een bedrag van € 256.116 ten onrechte ontvangen en werkgeefster vordert terugbetaling daarvan.

Oordeel

Werknemer erkent dat hij twee telescopische deuren met een aankoopwaarde van € 6.500 per stuk heeft laten plaatsen in zijn privéwoning en de kosten op posten van werkgeefster heeft geboekt. Werknemer heeft hierover verklaard dat hij zichzelf deze deuren cadeau heeft gedaan vanwege zijn twintigjarig jubileum bij werkgeefster. Vanuit de directie had hij slechts per post een fles drank gekregen. Daarmee staat vast dat werknemer zonder toestemming werkgeefster heeft laten betalen voor het plaatsen van deuren bij hem thuis. Zijn verweer daarbij gaat niet op. Als een werknemer te weinig waardering voelt vanuit de leiding, dan geeft dat de werknemer immers op geen enkele wijze een vrijbrief om zichzelf cadeaus te geven. Daarnaast is komen vast te staan dat werknemer namens werkgeefster voor € 500.000 aan opdrachten heeft verstrekt aan zijn eigen bv (waarvoor geen toestemming van werkgeefster bestond, gelet op het nevenwerkzaamhedenbeding). Naar het oordeel van de kantonrechter is daarbij op z’n minst sprake van de schijn van belangenverstrengeling. Ook heeft werknemer voor ruim € 50.000 zijn ex-partner voor vier maanden ingehuurd voor HR- en marketingwerkzaamheden, terwijl werknemer er eerder op is gewezen dat een 'conflict of interests' op dat punt voorkomen moest worden. Voorts heeft werknemer zichzelf zonder toestemming vanaf januari 2015 een pensioenbijdrage toegekend van uiteindelijk ruim € 5.000 bruto per maand. Deze gedragingen kunnen werknemer verweten worden en rechtvaardigen het ontbindingsverzoek. Herplaatsing ligt niet in de rede, omdat werknemer de landendirecteur van werkgeefster in Nederland is. Een en ander levert naar het oordeel van de kantonrechter ernstig verwijtbaar handelen op. Werknemer heeft dan ook geen recht op een transitievergoeding. Met de opzegtermijn wordt geen rekening gehouden. Daarnaast veroordeelt de kantonrechter werknemer tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag van € 256.116.