Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 19 november 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:4229
werknemer/Stichting Katholiek Ondernemersonderwijs h.o.d.n. Scholengemeenschap De Rooi Pannen
Feiten
Werknemer is sinds 1995 werkzaam in de functie van adjunct-directeur bij Stichting Katholiek Ondernemersonderwijs, h.o.d.n. Scholengemeenschap De Rooi Pannen (hierna: De Rooi Pannen). Op 4 april 2017 is werknemer met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld. Vervolgens is tijdens een gesprek op 19 april 2017 aan werknemer medegedeeld dat binnen het managementteam, waarvan hij deel uitmaakte, een vertrouwensbreuk is ontstaan waardoor werknemer zijn eigen functie niet meer mocht uitoefenen. Werknemer vordert in dit kort geding onder meer wedertewerkstelling in zijn oude functie. Naast deze procedure is tussen partijen bij het hof nog een zaak aanhangig. Die zaak is het hoger beroep naar aanleiding van een door De Rooi Pannen) ingediend verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer. Bij beschikking van 17 oktober 2019 heeft het hof in die zaak een tussenbeslissing gewezen. Hierin is, samengevat en voor zover hier van belang, geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en De Rooi Pannen per 1 december 2019 eindigt. Daarbij is een transitievergoeding van € 81.000 aan werknemer toegekend. In het kader van de gevorderde billijke vergoeding is werknemer toegelaten te bewijzen dat De Rooi Pannen zijn naam in verband met de handtekeningenkwestie naar de pers heeft gelekt.
Oordeel
Zoals in het tussenarrest weergegeven dient het hof in deze kortgedingprocedure zijn oordeel af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter (de zgn. afstemmingsregel). In de beschikking van 17 oktober 2019 heeft het hof in de bodemprocedure geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen duurzaam is verstoord en op die grond de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 december 2019. Gelet op de afstemmingsregel zal de vordering van werknemer tot wedertewerkstelling dan ook worden afgewezen. Wat betreft de vordering tot rectificatie heeft het hof in het tussenarrest van 3 september 2019 al geoordeeld dat voorshands niet is komen vast te staan dat de naam van werknemer door de voorzitter van het college van bestuur van de Rooi Pannen naar buiten is gebracht, alsmede dat voor bewijslevering in deze kortgedingprocedure geen plaats is. Anders dan werknemer betoogt, ziet het hof geen aanleiding om op deze beslissing terug te komen en/of deze zaak in kort geding in afwachting van bewijslevering in de bodemzaak aan te houden. Het hof blijft bij het oordeel zoals gegeven in het tussenarrest. Ook deze vordering wordt afgewezen. Het hof bekrachtigt het vonnis in kort geding van de kantonrechter.