Naar boven ↑

Rechtspraak

De Ondernemingsraad van het Secretariaat van de Gezondsheidsraad/De Staat der Nederlanden, in het bijzonder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, meer in het bijzonder het Secretariaat van de Gezondheidsraad
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 21 november 2019
ECLI:NL:GHAMS:2019:4152

De Ondernemingsraad van het Secretariaat van de Gezondsheidsraad/De Staat der Nederlanden, in het bijzonder het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, meer in het bijzonder het Secretariaat van de Gezondheidsraad

Voldoende gebleken is dat de ondernemer de ondernemingsraad bij het hele traject heeft betrokken, dat de ondernemer voldoende heeft gereageerd op de argumenten van de ondernemingsraad en dat de ondernemingsraad is geïnformeerd over zowel de achtergronden als de gevolgen van het voorgenomen besluit. De verzoeken worden afgewezen.

Feiten

De Gezondheidsraad is een onafhankelijk wetenschappelijk adviescollege dat op basis van de stand van de wetenschap – gevraagd en ongevraagd – advies uitbrengt aan regering en parlement. De Gezondheidsraad en de commissies worden ondersteund door een secretariaat (de SGR). De samenwerking binnen het SGR verloopt niet goed. Om de samenwerking te verbeteren heeft in de periode van mei tot december 2017 een interventie plaatsgevonden door twee onderzoekspsychologen, het Spanjersbergtraject. Verder is een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd waaruit blijkt van ontevredenheid. Op 5 december 2017 hebben de twee onderzoekspsychologen medegedeeld dat zij hun werkzaamheden hebben stopgezet omdat het niet was gelukt een manier te vinden om te werken aan verbetering van de werksfeer en herstel van vertrouwen. Diezelfde dag heeft de Algemeen Secretaris medegedeeld aan de medewerkers van SGR dat het voornemen bestaat om te gaan reorganiseren en de organisatie en de formatie opnieuw in te richten. In januari 2018 is een verandertraject ingezet. De Gezondheidsraad is door een externe evaluatiecommissie geëvalueerd. Het evaluatierapport is op 5 februari 2018 naar de Tweede Kamer gestuurd. Op 11 september 2018 heeft de verandermanager geadviseerd dat een organisatieverandering van het SGR noodzakelijk is om de Gezondheidsraad toekomstbestendig te maken. Dit advies is ook aan de ondernemingsraad en de Algemeen Secretaris aangeboden. In november 2018 is een reorganisatieproces van start gegaan. De beoogde inrichting van de organisatie is nader uiteengezet in een globale beschrijving van 7 november 2018, die met de ondernemingsraad is besproken. De beoogde inrichting van de organisatie is neergelegd in het O&F-rapport van 14 maart 2019. Bij brief van 4 april 2019 heeft de Algemeen Secretaris de ondernemingsraad advies gevraagd over de voorgenomen wijziging van de organisatie op basis van het O&F-rapport. Op 11 juni 2019 heeft de ondernemingsraad negatief geadviseerd. Het advies is grotendeels gebaseerd op de ingeschakelde deskundige. De ondernemingsraad heeft een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer.

Oordeel

De Ondernemingskamer stelt voorop dat het tot de beleidsvrijheid van de ondernemer behoort te bepalen hoe de organisatie wordt ingericht. De ondernemingsraad verschilt met de ondernemer van mening over de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de reorganisatie. De ondernemer wil een uitbreiding van het middenmanagment. De ondernemingsraad is daarentegen van mening dat de organisatie juist zo veel mogelijk zelfsturend dient te zijn. De Ondernemingskamer oordeelt dat het feit dat de ondernemingsraad een andere zienswijze heeft over de inrichting van de organisatie en een reorganisatie niet nodig acht, er niet toe leidt dat het besluit kennelijk onredelijk is. Voorafgaand aan de reorganisatie zijn pogingen gedaan om de problemen het hoofd te bieden, zonder dat deze voldoende resultaat hebben opgeleverd. De ondernemer heeft naar het oordeel van de Ondernemingskamer in de adviesaanvraag en in het bestreden besluit van 11 juli 2019 voldoende gemotiveerd tot uitdrukking gebracht dat het veranderproces en de reorganisatie elkaar aanvullen en dat het verandertraject op zichzelf niet volstaat om de door de ondernemer gewenste toekomstbestendigheid van het SGR mogelijk te maken. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is voor de ondernemingsraad voldoende gelegenheid geweest wezenlijke invloed uit te oefenen op het te nemen besluit, is in het besluit voldoende ingegaan op belangrijke bezwaren van de ondernemingsraad en zijn er ook overigens geen motiveringsgebreken aangevoerd die het besluit kennelijk onredelijk maken. Voldoende gebleken is dat de ondernemer de ondernemingsraad bij het hele traject heeft betrokken, dat de ondernemer voldoende heeft gereageerd op de argumenten van de ondernemingsraad en dat de ondernemingsraad is geïnformeerd over zowel de achtergronden als de gevolgen van het voorgenomen besluit. De door de Ondernemingsraad geuite bezwaren zijn meegewogen in de besluitvorming en toegelicht is waarom aanbevelingen van de deskundige niet of wel worden overgenomen. Het is de Ondernemingskamer niet gebleken dat de ondernemingsraad geen wezenlijke invloed heeft kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Dat de visie van de ondernemingsraad niet is gevolgd door de ondernemer doet daar niet aan af. De verzoeken worden afgewezen.