Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 18 december 2019
ECLI:NL:RBMNE:2019:6107
Hero Nederland B.V./Stichting BLP pensioen
Feiten
Hero is een werkgever die zich bezighield met onder meer de productie van fruitsappen. Vanwege deze activiteiten nam zij vanaf 2005 verplicht deel in de pensioenregeling die werd uitgevoerd door Bpf GFI. Het Bpf GFI was een verplicht bedrijfstakpensioenfonds. Het Bpf GFI is geliquideerd. De opgebouwde waarde is per 1 januari 2015 collectief overgedragen aan Stichting BPL Pensioen (hierna: BPL). De werkingssfeer van de verplichtstelling van BPL is per 1 januari 2015 uitgebreid met de werkingssfeer van de cao voor de groenten- en fruitverwerkende industrie. De werknemers van Hero kwamen onder voorwaarden in aanmerking voor toekenning van extra pensioen in de toekomst op grond van de VPL-regeling. De uitvoerder van die regeling was Bpf GFI. BPL is sinds 1 januari 2015 de opvolgend uitvoerder van de VPL-regeling geworden. De VPL-regeling is bij de wisseling van uitvoerder niet inhoudelijk gewijzigd. Op 1 juli 2015 valt Hero door verkoop van de fabriek niet langer onder de verplichtstelling van BPL. BPL heeft de aansluiting van Hero op verzoek van Hero op vrijwillige basis voortgezet vanaf 1 januari 2017. BPL en Hero hebben hiervoor een uitvoeringsovereenkomst gesloten. Hero vordert een verklaring voor recht dat acht van haar werknemers op basis van de uitvoeringsovereenkomst hun voorwaardelijke pensioenaanspraken onverminderd hebben behouden, althans om de acht werknemers deze voorwaardelijke pensioenaanspraken per 1 januari 2017 toe te kennen.
Oordeel
VPL-Regeling
In artikel 49 lid 3 van het pensioenreglement van BPL is uitdrukkelijk bepaald dat de VPL-regeling van GFI die op 31 december 2014 op werknemers van toepassing was, ook na 1 januari 2015 op die werknemers van toepassing blijft. De omstandigheid dat Hero desondanks in de veronderstelling verkeerde dat haar werknemers rechten konden ontlenen aan de VPL-regeling van BPL, kan BPL niet worden verweten.
Uitvoeringsovereenkomst
Nu in de uitvoeringsovereenkomst alleen wordt gesproken over en verwezen naar de pensioenregeling van BPL, ligt het niet voor de hand dat in de uitvoeringsovereenkomst ook is bedoeld aanspraken toe te kennen op grond van een VPL-regeling. De tekst van de uitvoeringsovereenkomst biedt hiervoor in ieder geval geen aanknopingspunten. Nu Hero geen andere feiten of omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat de uitvoeringsovereenkomst ook betrekking heeft op een VPL-regeling, kan niet worden vastgesteld dat het behoud van die rechten contractueel is overeengekomen.
Gerechtvaardigd vertrouwen
Indien het behoud van de VPL-regeling daadwerkelijk de belangrijkste reden was om te kiezen voor vrijwillige voortzetting van de aansluiting en hierover telefonische toezeggingen zouden zijn gedaan, had het in de rede gelegen dat Hero of haar pensioenadviseur dit schriftelijk aan BPL had bevestigd. Het staat vast dat dit niet is gebeurd. De kantonrechter is van oordeel dat het voortzetten van de inning van VPL-premie weliswaar onzorgvuldig is van BPL, maar dat dit niet kan worden gezien als een rechtshandeling van BPL op grond waarvan Hero erop mocht vertrouwen dat BPL handelde met de bedoeling om de werknemers van Hero, in afwijking van de voorwaarden, VPL-rechten toe te kennen. Dit geldt ook voor de aan de werknemers van Hero gezonden pensioenoverzichten en voor de door BPL op 17 augustus 2017 aan een werkneemster van Hero gezonden brief.
Informatieplicht en redelijkheid en billijkheid
Het staat vast dat BPL eerst in september 2016 in kennis is gesteld van het feit dat Hero al vanaf 1 juli 2015 niet meer actief was in de groenten- en fruitverwerkende industrie. Op het moment van het sluiten van de uitvoeringsovereenkomst was dus al een jaar duidelijk dat de werknemers geen extra pensioen zouden krijgen. Niet valt in te zien op grond waarvan BPL op dat moment nog de plicht had om Hero te informeren over de VPL-rechten. Op grond van al het voorgaande is er geen grondslag voor toekenning van extra pensioen aan werknemers van Hero. De vorderingen worden afgewezen.