Rechtspraak
Feiten
Werknemer is sinds 1 oktober 2013 in dienst bij Stichting Eusebius Arnhem (hierna: SEA) in de functie van hoofd bedrijfsbureau. Werknemer heeft zich op 29 maart 2018 ziek gemeld. Op advies van de bedrijfsarts hebben er diverse mediationgesprekken plaatsgevonden. SEA verzoekt onder meer ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-grond.
Oordeel
Tussen partijen staat vast dat werknemer sinds 29 maart 2018 arbeidsongeschikt is. Deze arbeidsongeschiktheid duurt onverminderd voort. Werknemer moet in ieder geval in maart 2020 nog een medische ingreep ondergaan. Het opzegverbod tijdens ziekte is naar het oordeel van de kantonrechter dus van toepassing. Naar het oordeel van de kantonrechter volgt het standpunt van SEA dat het verzoek tot ontbinding geen verband houdt met de arbeidsongeschiktheid niet, althans onvoldoende, uit de overgelegde stukken. De rapportages van de bedrijfsarts, de nog immer voortdurende re-integratie in het tweede spoor en de toelichting na de mislukte mediation geven een niet-consistent beeld. Direct na de ziekmelding in 2018 is volgens de bedrijfsarts sprake van een medisch probleem, later komt daar een werkgerelateerd probleem bij waarvoor uiteindelijk mediation wordt geadviseerd en thans is sprake van een noodzakelijke medische ingreep op korte termijn. Naar het oordeel van de kantonrechter is, anders dan SEA betoogt, voorts onvoldoende komen vast te staan dat er op het moment van de ziekmelding reeds sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. De genoemde incidenten uit 2015 zijn daarvoor onvoldoende. Hoewel tussen partijen niet in geschil is dat de samenwerking tussen werknemer en de directeur van SEA moeizaam verliep, maakt dat nog niet dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Daar komt nog bij dat de directeur per 18 april 2018 niet meer bij SEA in dienst is, terwijl de arbeidsongeschiktheid van werknemer na die datum onverminderd voortduurt. Het voorgaande betekent dat thans niet kan worden vastgesteld dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod tijdens ziekte betrekking heeft. Evenmin valt in te zien dat er omstandigheden zijn waardoor ontbinding van de arbeidsovereenkomst in het belang van werknemer is. Dit wordt door werknemer zelf ook betwist. De kantonrechter overweegt tot slot dat werknemer door SEA nimmer hersteld is gemeld en er geen second opinion is aangevraagd. Onder deze omstandigheden behoudt het opzegverbod tijdens ziekte zijn werking en wijst de kantonrechter het verzoek af.