Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/TBauctions B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 februari 2020
ECLI:NL:GHAMS:2020:512
Belang werkgever bij handhaving concurrentiebeding weegt zwaarder dan belang werkneemster (ceo) bij indiensttreding bij concurrent. Aangenomen mag worden dat werkneemster zich met succes zou kunnen richten op een toekomst buiten de online veilingbranche.

Feiten

Werkneemster is op 1 augustus 2015 in dienst getreden bij Troostwijk Veilingen B.V. als managing director (ceo). Per diezelfde datum is werkneemster benoemd tot statutair directeur van Troostwijk Titania Holding, zijnde de houdstermaatschappij van de Troostwijk groep van ondernemingen waaronder Troostwijk Veilingen B.V. vallen (hierna gezamenlijk: Troostwijk). Troostwijk houdt zich onder meer bezig met het veilen van bedrijfsinventarissen aan de zakelijke markt en is actief in heel Europa. Na een fusie met Auctio Holding in juli 2018 vormen Troostwijk en Auctio Holding thans onder de naam TBauctions B.V. het grootste veilingplatform van Europa. In de met werkneemster op 27 juli 2018 gesloten arbeidsovereenkomst is vastgelegd dat zij tot ceo van TBauctions is benoemd. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen met een bereik van een jaar. De arbeidsovereenkomst is op 1 juni 2019 met wederzijds goedvinden geëindigd. Het laatste half jaar (de opzegtermijn) is werkneemster vrijgesteld van werkzaamheden. Werkneemster wenste vervolgens bij Surplex Holding Gmbh (hierna: Surplex) in dienst te treden als managing director. TBauctions stelt zich op het standpunt dat werkneemster het concurrentiebeding zou overtreden wanneer zij bij Surplex in dienst zou treden. Werkneemster vordert thans in kort geding gehele dan wel gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding. In eerste aanleg is de vordering tot schorsing afgewezen. De kantonrechter overwoog dat werkneemster, door bij beëindiging met wederzijds goedvinden in te stemmen met onverkorte handhaving van het concurrentiebeding, willens en wetens de situatie heeft aanvaard dat zij een aantrekkelijk aanbod tot indiensttreding bij de concurrent moest laten lopen. Werkneemster heeft hoger beroep ingesteld.

Oordeel

De grieven van werkneemster zien in de kern op de door de kantonrechter in het bestreden vonnis uitgevoerde belangenafweging. Ten aanzien van die belangenafweging oordeelt het hof als volgt. Het hof overweegt allereerst dat TBauctions onweersproken heeft aangevoerd dat Surplex één van de weinige concurrenten van TBauctions in Europa is. Het hof acht daarom aannemelijk dat werkneemster met haar kennis en ervaring in dienst van Surplex aanzienlijke schade kan berokkenen aan de onderneming van TBauctions. Verder acht het hof niet gebleken dat de positie van werkneemster op de arbeidsmarkt zodanig is dat zij niet in staat zou zijn binnen een redelijke termijn buiten de online veilingbranche een vergelijkbare positie als die van managing director bij Surplex te verkrijgen. Het hof acht dit bovendien onaannemelijk gelet op het feit dat werkneemster voor haar – betrekkelijk korte – dienstverband met Troostwijk ruim 24 jaar werkzaam is geweest voor de Manutan Group, een internationaal postorderbedrijf, waar zij uiteindelijk managing director van Manutan Benelux is geworden. Aangenomen mag worden dat zij zich opnieuw met succes zou kunnen richten op een toekomst buiten de online veilingbranche. De overige argumenten die werkneemster heeft aangevoerd, waaronder het feit dat TBauctions het initiatief heeft genomen te komen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dat zij door het gedwongen stilzitten kennis van de markt verliest en dat zij bereid is tot eerbiediging van het door partijen overeengekomen geheimhoudings- en relatiebeding, leiden evenmin tot het oordeel dat zij in verhouding tot het belang van TBAuctions onbillijk wordt benadeeld door handhaving van het concurrentiebeding. In dit verband acht het hof van belang dat werkneemster zich ten tijde van de fusie in 2018 ervan bewust moet zijn geweest dat deze fusie risico’s met zich zou kunnen brengen voor haar positie binnen de nieuwe onderneming en dat het concurrentiebeding, dat zij in haar arbeidsovereenkomst van 27 juli 2018 accepteerde, haar mogelijkheden op de arbeidsmarkt mogelijk zou beperken wanneer dergelijke risico’s zich zouden verwezenlijken. De periode van op non-actiefstelling vormt daarnaast geen omstandigheid die aanleiding geeft voor schorsing van het beding gedurende de thans nog resterende duur van het concurrentiebeding, zoals werkneemster heeft bepleit. Alle belangen tegen elkaar afwegende oordeelt het hof dat het belang van TBauctions bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder behoort te wegen dan het belang van werkneemster om bij Surplex in dienst te treden.