Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 2 september 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:4442
Eindafrekening na einde dienstverband op grond van studiekostenbeding. Studiekostenbeding rechtsgeldig. Verrekeningsverweer werkgever slaagt.

Feiten

Nadat werknemer in de periode van 2 december 2014 tot 30 juni 2015 op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam was bij werkgever, treedt hij op 1 juni 2015 bij werkgever in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is per 1 december 2016 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 30 september 2018 is de arbeidsovereenkomst op initiatief van werknemer beëindigd. Werkgever heeft per 30 september 2018 een eindafrekening opgemaakt ter zake van het nog aan werknemer verschuldigde loon ten bedrage van € 3.720,11 netto. Op 31 oktober 2018 zendt werkgever aan werknemer een aparte afrekening ter zake van terugbetaling van studiekosten ten bedrage van € 3.558,68. Werkgever heeft op 1 november een bedrag van € 1.831,52 netto aan werknemer voldaan. In het tussenvonnis (AR 2020-0920) is overwogen dat tussen partijen niet in geschil is dat werkgever een deel van de eindafrekening, een bedrag van € 1.888,59 netto, aan werknemer onbetaald heeft gelaten. Werkgever heeft echter aangevoerd dat hij niet gehouden is het resterende deel van de eindafrekening aan werknemer te voldoen, omdat hij dit bedrag mocht verrekenen met een openstaande vordering op werknemer.

Oordeel

Rechtsgeldigheid studiekostenbeding

Voor het oordeel of aan werkgever een recht op verrekening toekomt, moet allereerst worden beoordeeld of het tussen partijen in de arbeidsovereenkomst opgenomen studiekostenbeding, rechtsgeldig is. De kantonrechter stelt vast dat het in artikel 19 opgenomen studiekostenbeding een tijdspanne bevat binnen welke tijd de werkgever wordt geacht baat te hebben van de door de werknemer tijdens de opleiding verworven kennis en vaardigheden, namelijk vier jaar. Ook bepaalt het beding dat werknemer, indien de arbeidsovereenkomst tijdens of na afloop van de opleiding wordt beëindigd, de kosten over die periode dient terug te betalen. Tot slot bevat het beding een afbouwregeling waarbij de terugbetalingsverplichting vermindert naar evenredigheid met het voortduren van de arbeidsovereenkomst na afronding van de opleiding. Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet het beding daarmee aan de door de Hoge Raad vastgestelde criteria. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het tussen partijen gesloten studiekostenbeding rechtsgeldig is overeengekomen.

Terugbetaling studiekosten

In het studiekostenbeding is ten aanzien van het moment waarop de cursus wordt gevolgd geen voorbehoud gemaakt. Evenmin is van belang is of de gevolgde opleidingen enkel werkgever hebben gediend en mogelijk niet de marktwaarde van werknemer hebben verhoogd, zoals door werknemer is aangevoerd. Dit is ook niet als voorwaarde voor terugbetaling in het studiekostenbeding opgenomen. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter voldaan aan de eerste voorwaarde van het beding dat sprake moet zijn van cursussen die noodzakelijk waren voor het goed vervullen van de functie door werknemer binnen de onderneming van werkgever. Ook is voldaan aan de tweede voorwaarde voor terugbetaling van de studiekosten, te weten dat het dienstverband is geëindigd binnen twee, drie of vier jaar na het afronden van de cursus. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat werknemer op grond van het studiekostenbeding gehouden is een deel van de door werkgever betaalde studiekosten aan werkgever terug te betalen. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat het verrekeningsverweer ten aanzien van de studiekosten slaagt. Werkgever kwam op grond van artikel 6:127 lid 2 jo. artikel 7:632 lid 1 BW de bevoegdheid toe om de terug te vorderen studiekosten in mindering te brengen op het aan werknemer op grond van de eindafrekening toekomende loon ten bedrage van € 1.888,59 netto. Dit betekent dat de vordering van werknemer tot betaling van het restant van de eindafrekening wordt afgewezen.