Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Nancy Schoonmaakbedrijf B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 24 november 2020
ECLI:NL:GHDHA:2020:2235
Uitleg cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf. Schoonmaker in vleesverwerkend bedrijf heeft gezien de aard van zijn werkzaamheden en de bezwarende omstandigheden recht op 5% toeslag op grond van de functie-indeling in de cao.

Feiten

Werknemer is sinds 3 december 2007 bij Nancy Schoonmaakbedrijf in dienst en verricht werkzaamheden als schoonmaker bij een vleesverwerkingsbedrijf in Rotterdam. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf van toepassing. Op basis van de cao dient een werknemer in een loongroep te worden ingedeeld met inachtneming van de referentiefuncties. Voor de functies medewerker schoonmaakonderhoud industrieel I en II zijn in het toepasselijke NOK-schema beschrijvingen opgenomen en ingevolge bijlage II van de cao krijgt de medewerker schoonmaakonderhoud industrieel II een functietoeslag van 5% bovenop het voor beide functies geldende salaris in loongroep 1. Werknemer meent dat hij recht heeft op betaling conform loongroep 1 plus een functietoeslag van 5%. Tussen partijen is in geschil of de functie-indeling correct heeft plaatsgevonden. Bij tussenvonnis van 14 september 2018 heeft de kantonrechter – kort samengevat – overwogen dat werknemer als medewerker algemeen schoonmaakonderhoud moet worden aangemerkt en in loongroep 1 valt (zonder 5% functietoeslag).  Na het horen van getuigen heeft de kantonrechter bij vonnis van 7 juni 2019 geoordeeld dat Nancy geslaagd was in het leveren van het bewijs dat een 38-urige werkweek was overeengekomen maar niet geslaagd was in het leveren van het bewijs dat werknemer (onbetaald) verlof had genoten. Werknemer kan zich met de vonnissen van de kantonrechter niet verenigen en vordert in hoger beroep onder meer achterstallig salaris vanwege een te laag bruto-uurloon vanwege de verkeerde functie-indeling.

Oordeel

Zoals het hof reeds heeft geoordeeld in het arrest van 29 september 2020 in een vergelijkbare kwestie tussen een collega van werknemer en Nancy Schoonmaakbedrijf, is voor de beoordeling in welke functie werknemer ingedeeld moet worden gelet op de cao-bepalingen, de aard van de werkzaamheden die werknemer verricht doorslaggevend. Werknemer maakt schoon in een vleesverwerkingsbedrijf, dat gelet op de specifieke ruimtes waar moet worden schoongemaakt en hetgeen dat moet worden schoongemaakt als een industriële omgeving kan worden aangemerkt. Er is onder andere sprake van het schoonmaken van machines, werktafels, van een speciale koelruimte en van bakken met botten en vleesafval. Werknemer kwalificeert dan ook als een ‘medewerker schoonmaakonderhoud industrieel’ in de zin van de cao. Dat werknemer geen certificaat heeft, staat daar niet aan in de weg. Uit de gedetailleerde beschrijving van werknemer is genoegzaam gebleken dat bij zijn werkzaamheden de nadruk niet ligt op de uitvoering van droge schoonmaakwerkzaamheden. Er is juist in overwegende mate (ook voor wat betreft de tijdsduur) sprake van natte schoonmaakwerkzaamheden, in het bijzonder van de verschillende werkruimtes (vloeren, wanden, plafonds) en de daar aanwezige machines/installaties/bakken. Dit ligt overigens ook voor de hand, gelet op de aard van het bedrijf, te weten vleesverwerking. Bij de schoonmaakwerkzaamheden worden verschillende werkmethoden gehanteerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een hogedrukreiniger, een slang voor het inschuimen en een slang voor het desinfecteren. Het hof acht de omvang van de slang hier niet doorslaggevend. De werkzaamheden bestaan uit het verwijderen van vleesresten en botten, het schoonspuiten met warm water, het inschuimen en weer afspoelen, het inspuiten met een desinfectiemiddel en weer afspoelen, en ten slotte het droogmaken van onder andere de tafels en het plafond. Afhankelijk van de werkplek/werkruimte vinden verschillende werkzaamheden plaats maar alle werkplekken vereisen in overwegende mate (zeer) natte schoonmaakwerkzaamheden met behulp van een hogedrukspuit en een slang en van bijzondere reinigings- en desinfectiemiddelen, waarvoor het noodzakelijk is gebruik te maken van beschermende kleding. Het hof is van oordeel dat er daarom sprake is van werkzaamheden in een industriële omgeving onder bezwarende omstandigheden. Ook is voldoende gebleken dat werknemer zijn werkzaamheden zelfstandig – dat wil zeggen zonder toezicht – verricht hoewel niet direct gebleken is dat hij daarbij moet inspelen op situaties die een aanpassing van de reguliere werkvolgorde vragen. Weliswaar beschikt werknemer niet over een bijzonder certificaat maar dat acht het hof niet doorslaggevend gelet op de aard van de werkzaamheden die werknemer onder overwegend bezwarende omstandigheden moet verrichten. Het hof is dan ook van oordeel dat bij afweging van alle omstandigheden en met inachtneming van het NOK-schema werknemer behoort te worden ingedeeld in de cao-functie ‘medewerker schoonmaakonderhoud industrieel II’ met de daarbij behorende indeling in loongroep 1 met een functietoeslag van 5%.