Naar boven ↑

Rechtspraak

De Staat der Nederlanden/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Lelystad), 15 december 2020
ECLI:NL:RBMNE:2020:5510
Wnra. Ontbinding arbeidsovereenkomst op de e-grond voor ambtenaar, werkzaam bij DV&O en tevens beëdigd als boa, die in privésfeer onder invloed van drugs auto heeft gereden. Aan een ambtenaar in overheidsdienst worden ook buiten werktijd hoge eisen gesteld ten aanzien van integriteit, betrouwbaarheid en de voorbeeldfunctie.

Feiten

Werknemer is sinds 8 juni 2009 in dienst van de Staat der Nederlanden. Vanaf 10 september 2018 is werknemer werkzaam voor het onderdeel Dienst Vervoer & Ondersteuning (hierna: DV&O). DV&O maakt onderdeel uit van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De functie van werknemer bestaat uit beveiliging en bewaking, arrestantenverzorging en transportgeleider.  Voor het uitoefenen van deze functie is een rijbewijs B verplicht. Tevens is werknemer beëdigd als bijzonder opsporingsambtenaar (hierna: boa) waarvoor een verklaring omtrent gedrag (hierna: VOG) vereist is. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Rijk 2020 van toepassing, alsmede de Ambtenarenwet 2017, de Gedragscode Integriteit Rijk, de Gedragscode DJI en de Beroepscode DV&O. Op 5 augustus 2020 is werknemer door de politie aangehouden voor het rijden onder invloed van drugs. Werknemer heeft op 6 augustus 2020 zijn leidinggevende geïnformeerd over wat er is voorgevallen. Op 17 augustus 2020 heeft de Staat der Nederlanden een hoorgesprek met werknemer gehouden. Bij brief van 20 augustus 2020 van de Staat der Nederlanden is werknemer vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden in afwachting van verder onderzoek en besluitvorming. Op 31 augustus 2020 is de door de politie opgemaakte brief van 27 augustus 2020 met de uitslag van het bloedonderzoek en de speekseltest aan DV&O overgelegd. In die brief wordt bevestigd dat tegen werknemer een proces-verbaal wordt opgemaakt wegens overtreding van artikel 8 Wegenverkeerswet 1994. Tijdens een gesprek op 14 september 2020 is door de Staat der Nederlanden aan werknemer meegedeeld dat het dienstverband beëindigd zal worden gelet op het feit dat het onder invloed van (hard)drugs deelnemen aan het verkeer niet te verenigen is met zijn functie bij DV&O. Op 15 september 2020 is het rijbewijs van werknemer door het CBR ingetrokken. De strafrechtelijke afdoening is nog niet bekend. De Staat der Nederlanden verzoekt onder meer ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond, zonder toekenning van een transitievergoeding.

Oordeel

E-grond

Bij de beoordeling van het ontbindingsverzoek is het door de Staat der Nederlanden geschetste kader van belang ten aanzien van de bijzondere positie van de bij de Staat, en meer in het bijzonder bij DV&O, te vervullen functies. Ten aanzien van de functie en het dienstverband van werknemer is van belang dat hij sinds 2009 is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn. Verder staat vast dat voor werknemer, die in het kader van zijn functie eveneens is beëdigd als boa, een voorbeeldfunctie geldt, waarbij des te meer een hoge mate van betrouwbaarheid en integriteit mag worden verwacht. Voor werknemer gelden, naast de gebruikelijke werknemersverplichtingen, aanvullende verplichtingen als ambtenaar. Zo dient werknemer de op hem rustende en uit zijn functie voortvloeiende verplichtingen te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt. Aan een ambtenaar in overheidsdienst worden hoge eisen gesteld ten aanzien van integriteit en betrouwbaarheid. Dat volgt ook uit het feit dat deze kernwaarden in de van toepassing zijnde Gedragscodes expliciet zijn vastgelegd. Werknemer heeft niet betwist dat hij bekend was met deze kernwaarden. Het naleven en in acht nemen van deze kernwaarden is niet beperkt tot het gedrag tijdens werktijd. Zowel de Gedragscode Integriteit Rijk als de Beroepscode DV&O benadrukt dat ook in de privésfeer integer gedrag wordt verwacht. Verder volgt uit de Beroepscode DV&O dat het oplopen van antecedenten tijdens het dienstverband beschouwd wordt als schending van de ambtseed. Voorgaande maakt dat werknemer voldoende op de hoogte was dan wel had moeten zijn van wat van hem werd verlangd en hoe hij zich, ook in privétijd, diende te gedragen. Werknemer heeft onder invloed van (hard)drugs een auto bestuurd en is aangehouden door de politie. Zijn rijbewijs is ingenomen en hij wordt strafrechtelijk vervolgd. Het handelen van werknemer is in strijd met de gedragsregels en de voorbeeldfunctie die hij als ambtenaar en BOA bij DV&O heeft. Werknemer heeft het zijn werkgever door zijn handelwijze onmogelijk gemaakt hem nog op normale wijze in te zetten. Dit levert naar het oordeel van de kantonrechter verwijtbaar handelen op in de zin van artikel 7:669 lid 3 aanhef en onder e BW.

Is sprake van ernstig verwijtbaar handelen?

Een eenmalige misstap als deze – waarvan werknemer direct melding heeft gemaakt bij zijn leidinggevende en waarover hij tevens direct zijn spijt heeft betuigd – kan, ook in het licht van de van toepassing zijnde gedrags- en integriteitscodes, niet als ernstig verwijtbaar tegenover de Staat bestempeld worden. In de Gedragscode Integriteit Rijk wordt de waarde van gewetensvol handelen benadrukt. De transitievergoeding is verschuldigd en er wordt rekening gehouden met de geldende opzegtermijn van drie maanden.