Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Cordaan
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 2 februari 2021
ECLI:NL:GHAMS:2021:339
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond. Strafrechtelijke veroordeling van werkneemster voor gedragingen in de privésfeer begaan. Gedragingen zijn onverenigbaar met de werkzaamheden van werkneemster als zorgverleenster. Geen toekenning van een billijke vergoeding.

Feiten

Op 1 september 2018 is werkneemster op basis van een leerarbeidsovereenkomst in dienst getreden van Stichting Cordaan. Op 6 november 2018 is werkneemster door de politie aangehouden vanwege verdenkingen van stalking/belaging, oplichting en poging tot chantage. Op 8 november 2018 is zij in vrijheid gesteld. Op 7 november 2018 is werkneemster zonder voorafgaande mededeling aan Cordaan niet op haar werk verschenen. Bij brief van 20 december 2018 is namens de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket Amsterdam (hierna: het OM) aan Cordaan meegedeeld waarvan werkneemster verdacht wordt en dat niet uitgesloten kan worden dat het slachtoffer een vorm van verstandelijke en/of sociale beperking heeft. Op 21 januari 2019 heeft naar aanleiding van genoemde strafzaak een gesprek plaatsgevonden tussen werkneemster en de HR-adviseur bij Cordaan. Op 3 april 2019 is werkneemster veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk en een taakstraf van tweehonderd uur, voor het bellen van 112 zonder noodzaak, belaging (stalking) en poging tot afdreiging. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden op de e-grond, zonder toekenning van vergoedingen. Hiertegen komt werkneemster in hoger beroep op.

Oordeel

Het hof overweegt dat strafrechtelijke gedragingen begaan in de privésfeer geen invloed behoeven te hebben op de arbeidsrechtelijke relatie, maar dat dit anders kan zijn indien er een duidelijke relatie bestaat tussen die gedragingen en het werk. De bewezenverklaarde gedragingen zijn naar het oordeel van het hof onverenigbaar met de werkzaamheden van werkneemster als zorgverleenster, waarbij in het geval van werkneemster zonder meer sprake is van een afhankelijke relatie met de patiënt. De bewoners van Cordaan met wie werkneemster te maken heeft, zijn bovendien makkelijk te manipuleren/beïnvloeden en meer vatbaar voor misbruik. Werkneemster is als persoon in staat gebleken tot het verrichten van deze strafbare feiten in de privésfeer, zodat een risico op herhaling bestaat zowel op haar werk als in een privésituatie. Ook is van belang dat het OM in de aard van de strafbare feiten en de werkzaamheden van werkneemster aanleiding heeft gezien om op eigen initiatief Cordaan als werkgever te informeren over de verdenkingen aangaande werkneemster. Ook rekent het hof het werkneemster aan dat zij geen openheid van zaken heeft gegeven aan Cordaan over de reden van haar onaangekondigde afwezigheid op haar werk op 7 november 2018. Van een goed werkneemster mag verwacht worden dat zij haar werkgever hiervan op de hoogte stelt, ook als het een privéaangelegenheid betreft. Dit geldt temeer gezien de aard van de strafbare feiten en de mogelijke invloed daarvan op haar werkzaamheden en de bewoners van Cordaan. Tegen deze achtergrond is het handelen van werkneemster zodanig verwijtbaar dat in redelijkheid niet van Cordaan kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst is derhalve terecht ontbonden. Aangezien deze handelwijze van werkneemster ernstig verwijtbaar is en de ontbinding van de arbeidsovereenkomst daarvan het gevolg is, heeft de kantonrechter het einde van de arbeidsovereenkomst kunnen bepalen op 1 juni 2019. Van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever is geen sprake en voor toekenning van een billijke vergoeding aan werkneemster is dan ook geen plaats.