Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 juli 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:6482
Feiten
Werknemer, 65 jaar oud, is met ingang van 9 oktober 2017 bij Depa Glas B.V. in dienst getreden als glaszetter. Op 28 september 2020 heeft werknemer zich ziek gemeld met rug-, heup-, hand- en knieklachten. Op 14 oktober 2020 heeft Depa Glas werknemer gevraagd wanneer hij weer aan het werkt denk te kunnen gaan. Op 16 oktober 2020 heeft Depa Glas werknemer een brief gestuurd met de aankondiging dat de loonbetaling met onmiddellijke ingang wordt opgeschort, omdat werknemer niet bereikbaar is. Werknemer heeft op 19 oktober 2020 per e-mail gereageerd dat hij geen telefoontje, e-mail, app of voicemail van Depa Glas heeft ontvangen en dat de brieven naar een oud adres zijn verstuurd. De bedrijfsarts constateert in zijn re-integratieadvies van 16 november 2020 dat werknemer beperkingen heeft en dat de arbeidsverhouding met Depa Glas vertroebeld is geraakt. Op 25 november 2020 is werknemer begonnen met aangepast werk bij Depa Glas. In het re-integratieadvies van 21 december 2020 schrijft de bedrijfsarts dat de verstoorde arbeidsverhouding nog niet geheel is opgelost en dat hij een time-out adviseert om de re-integratie vervolgens weer op te pakken. Depa Glas heeft werknemer op 29 december 2020 meegedeeld dat het loon wordt opgeschort omdat Depa Glas de indruk heeft dat werknemer zijn herstelbericht probeert te vertragen. Werknemer heeft op 30 november, 28 december en 30 december 2020 medische foto’s laten maken. Depa Glas heeft werknemer per brief van 7 januari 2021 op staande voet ontslagen wegens werkweigering. Depa heeft dit ontslag en de loonopschorting eind februari 2021 ingetrokken. Werknemer heeft op 2 april 2021 re-integratiewerkzaamheden uitgevoerd. Op 5 april 2021 heeft werknemer zich ziek gemeld. Depa Glas verzoekt de arbeidsovereenkomst van partijen te ontbinden op de g-grond.
Oordeel
Zowel uit de stukken die partijen hebben overlegd als uit hetgeen zij tijdens de zitting hebben verklaard, volgt volgens de kantonrechter dat de arbeidsverhouding na de ziekmelding van werknemer in september 2020 ernstig en blijvend verstoord is geraakt. Ondanks diverse gesprekken, time-outs en mediation zijn partijen steeds verder tegenover elkaar komen te staan, waardoor er geen reële verwachting meer bestaat dat de arbeidsovereenkomst nog een toekomst heeft. Desgevraagd heeft werknemer dit tijdens de zitting bevestigd. Herplaatsing ligt niet in de rede, aangezien Depa Glas een kleine onderneming is met maar drie medewerkers buien werknemer. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst daarom ontbinden op de g-grond. Omdat niet kan worden vastgesteld dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, is Depa Glas gehouden de transitievergoeding aan werknemer te betalen. Depa Glas heeft het loon tweemaal onterecht opgeschort, één keer gedreigd met een loonopschorting en hem onterecht op staande voet ontslagen. Toen Depa Glas werknemer niet kon bereiken, is zij direct overgegaan tot een loonopschorting in plaats van een minder drastische maatregel. Ook kan niet vastgesteld worden dat werknemer zijn medische foto’s bewust niet aan de bedrijfsarts heeft toegestuurd zodat ook de tweede loonopschorting niet was gerechtvaardigd. Door het handelen van Depa Glas heeft werknemer ten minste twee maanden geen loon ontvangen, met financiële onzekerheid en stress tot gevolg. De kantonrechter acht een billijke vergoeding van € 12.108,48 gerechtvaardigd. Gelet op de leeftijd van werknemer is aannemelijk dat hij tot zijn aow-gerechtigde leeftijd bij Depa Glas zou hebben gewerkt als de arbeidsverhouding niet verstoord was geraakt. De kantonrechter gaat daarom uit van een hypothetische resterende duur van de arbeidsovereenkomst van ongeveer 19,5 maanden. Voor toekenning van immateriële schadevergoeding wordt geen aanleiding gezien, omdat werknemer onvoldoende heeft onderbouwd dat hij psychische schade lijdt als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen door Depa Glas.