Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/iZorgd! B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 31 augustus 2021
ECLI:NL:GHARL:2021:8305
Ontbinding op de g-grond ten onrechte toegewezen door de kantonrechter, nu stellingen voor aannemen verstoorde verhouding alleen zien op houding van werknemer tijdens procedure. Billijke vergoeding van € 50.000 toegekend.

Feiten

Werknemer is op 1 januari 2019 in dienst getreden bij iZorgd! B.V. in de functie van commercieel manager. Op 25 juli 2019 heeft iZorgd! op verzoek van werknemer een werkgeversverklaring afgegeven, waarin is vermeld dat geen voornemen bestaat het dienstverband binnenkort te beëindigen. Werknemer heeft vervolgens een nieuwe woning aangekocht en is daarvoor een financiering aangegaan. iZorgd! heeft op 10 september 2019 aan werknemer te kennen gegeven dat zij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Werknemer heeft sindsdien niet meer gewerkt. iZorgd! heeft nadien drie nieuwe medewerkers in dienst genomen, onder wie een productmanager en een marketingmedewerker. Bij brief van 6 februari 2020 heeft werkgeefster aan werknemer te kennen gegeven dat na de afwezigheid van werknemer is gebleken dat het op kantoor gelukt is om zonder werknemer te functioneren en dat zij een verzoek tot het verstrekken van een ontslagvergunning bij het UWV heeft ingediend. Partijen hebben onderhandeld over een beëindigingsovereenkomst, maar hebben niet tot een oplossing kunnen komen. Het UWV heeft bij besluit van 8 mei 2020 toestemming tot opzegging van de arbeidsovereenkomst geweigerd, omdat volgens het UWV geen redelijke grond bestond voor ontslag en het mogelijk was werknemer te herplaatsen. Ook de kantonrechter heeft ontbinding op de a-grond niet toewijsbaar geacht. Het verzoek om toelating tot de werkzaamheden kon de kantonrechter niet toewijzen, omdat op grond van de stukken en de verklaringen van partijen tijdens de zitting moest worden geconcludeerd dat de arbeidsrelatie te verstoord was geraakt om nog vruchtbaar samen te kunnen werken. De kantonrechter heeft in de beschikking van 30 december 2020 de arbeidsovereenkomst ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer komt tegen dit oordeel in hoger beroep op.

Oordeel

Ontbinding g-grond

Het hof is het met de beslissing van de kantonrechter ten aanzien van de verzochte ontbinding niet eens en is van oordeel dat ten tijde van die beslissing geen sprake was van een zodanige verstoring van de arbeidsverhouding. iZorgd! heeft de kantonrechter aanvankelijk verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens bedrijfseconomische redenen. Tegen het einde van de mondelinge behandeling bij de kantonrechter heeft iZorgd! verklaard dat zij voorwaardelijk een extra ontslaggrond aan haar verzoek tot ontbinding ten grondslag wil leggen, namelijk een verstoorde arbeidsverhouding. iZorgd! stelt zich op het standpunt dat werknemer zich ter zitting respectloos heeft uitgelaten over iZorgd! en gebrek aan empathie heeft getoond en wijst daarbij onder meer op het feit dat werknemer iZorgd! verwijten maakt, de door iZorgd! gestelde feiten weerspreekt en onterecht volhardt in zijn stelling dat onkosten vergoed moeten worden. Nog daargelaten dat werknemer heeft weersproken dat hij zich respectloos en zonder empathie heeft uitgelaten, kan uit het feit dat een werknemer in een procedure door de werkgever ingenomen stellingen weerspreekt en zich ter zitting niet complimenteus uitlaat over die werkgever, niet zonder meer de conclusie worden getrokken dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Van een duurzame verstoring is in een dergelijke situatie, zonder bijkomende omstandigheden, naar het oordeel van het hof geen sprake zijn. De tussenconclusie is dat de kantonrechter het ontbindingsverzoek had moeten afwijzen.

Billijke vergoeding

Nu het verzoek tot herstel door werknemer is ingetrokken, komt het hof toe aan de beantwoording van de vraag of aan werknemer een billijke vergoeding moet worden toegekend. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend en acht een billijke vergoeding van € 50.000 bruto passend en geboden. Het hof neemt hierin mee dat werknemer aanvankelijk had gesolliciteerd op een andere functie en de mededeling dat zijn arbeidsplaats kwam te vervallen geheel onverwacht kwam (er was geen sprake van kritiek op zijn functioneren en er was nog voldoende werk). Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat iZorgd! niet als goed werkgever heeft gehandeld. iZorgd! heeft werknemer maanden in onzekerheid gelaten en in januari 2020 weer hoop gegeven door hem aan ‘zijn nieuwe leidinggevende’ voor te stellen. Enkele weken later volgde de brief waarin werd medegedeeld dat de ontslagvergunning was aangevraagd wegens verval van zijn functie. Dat werknemer de verhouding niet wilde verstoren door aan te dringen op werkhervatting of dit in rechte af te dwingen is voorstelbaar en kan hem niet worden verweten. Het lag heel duidelijk op de weg van iZorgd! als werkgever om na de mededeling op 10 september 2019 een volgende stap te zetten. Het optreden van iZorgd! heeft kortom geleid tot de situatie waarin partijen nu zitten en dat kan haar worden verweten. Ook hecht het hof aan de werkgeversverklaring van 25 juli 2019. Het hof acht het aannemelijk dat de arbeidsovereenkomst vanaf de datum van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, 1 februari 2021, nog een jaar had bestaan. Uitgaande van een brutomaandloon van € 6.480, een WW-uitkering van € 3.758,40 bruto gedurende twee maanden en van € 3.507,84 bruto gedurende tien maanden stelt het hof de inkomensschade op € 35.165 bruto. Een pensioenregeling maakte onderdeel uit van de tussen partijen geldende arbeidsvoorwaarden. Onbetwist is gesteld dat werknemer door de ontbinding van de arbeidsovereenkomst over een periode van vijf jaar een inleg misloopt van € 29.230,96, dus van afgerond € 5.846 per jaar. Omdat voor het vaststellen van een bedrag voor het gemis van een leaseauto geen gegevens zijn verstrekt zal het hof deze component, die immers ook relevant is voor het bepalen van de gevolgen van het verlies van de arbeidsovereenkomst, scharen onder de niet concreet in een bedrag uit te drukken omstandigheden die de waarde van de arbeidsovereenkomst bepalen. Het hof acht voor deze component en het handelen van iZorgd! een billijke vergoeding passend van € 9.000 bruto, zodat de totale billijke vergoeding afgerond uitkomt op € 50.000 bruto.