Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 21 december 2021
ECLI:NL:GHAMS:2021:3978
Feiten
Deliveroo Netherlands B.V. (hierna: Deliveroo) is een onderneming die als bedrijfsactiviteit heeft het onderhouden van een digitaal platform waarop onafhankelijke restaurants maaltijden aanbieden die consumenten via dat platform kunnen bestellen. Daarnaast kunnen restaurants gebruikmaken van de bezorgservice die Deliveroo sinds september 2015 aanbiedt. Deliveroo zorgt er dan voor dat de bestelde maaltijd bij de consument wordt bezorgd. Voor de bezorging wordt aan de consument een vergoeding in rekening gebracht. Federatie Nederlandse Vakbeweging (hierna: FNV) sluit collectieve arbeidsovereenkomsten af voor onder meer de sector vervoer en logistiek. De controle op naleving van de cao’s heeft FNV opgedragen aan de stichting VNB (hierna: VNB). VNB heeft Deliveroo verzocht aan te tonen dat Deliveroo de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) naleeft. De cao is gedurende verschillende periodes algemeen verbindend verklaard. FNV en Deliveroo hebben met elkaar gesproken over de vraag of Deliveroo onder de werkingssfeer van de cao valt, maar zijn niet tot een vergelijk gekomen. FNV heeft in eerste aanleg onder meer een verklaring voor recht gevorderd dat de onderneming van Deliveroo valt onder de werkingssfeer van de cao, alsmede veroordeling van Deliveroo tot naleving (met terugwerkende kracht) van de cao over de periodes dat deze algemeen verbindend is verklaard. De kantonrechter heeft deze vorderingen toegewezen (zie AR 2019-0052). Deliveroo heeft hoger beroep ingesteld.
Oordeel
Het hof oordeelt als volgt. Het hof overweegt dat vaststaat dat een onderdeel van de bedrijfsvoering van Deliveroo is het bezorgen van maaltijden, hetgeen valt onder de omschrijving van artikel 2 lid 1 sub a cao, te weten ‘vervoer anders dan van personen over de weg’. Volgens deze omschrijving is niet vereist dat het bezorgen van maaltijden de kern- of hoofdactiviteit is. Ook staat vast dat sprake is van ‘vervoer tegen vergoeding’ zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 sub a cao. Deliveroo brengt online bezorgkosten immers bij de consument in rekening en zij ontvangt commissie van het restaurant waarbij de maaltijd wordt besteld. Deliveroo heeft verder gesteld dat de betekenis van bepaalde bewoordingen in normaal of gangbaar spraakgebruik een rol kan spelen bij de uitleg naar objectieve maatstaven. Het hof oordeelt dat wellicht in het verleden het begrip ‘goederenvervoer’ in het spraakgebruik vooral zag op (zwaar) gemotoriseerd verkeer, maar dat in de loop van de afgelopen jaren dit begrip aan verandering onderhevig is (geweest) en thans ook vele andere vormen van niet-gemotoriseerd goederenvervoer omvat, zoals vervoer per (bak)fiets of scooter. Het normale en/of gangbare spraakgebruik bevat dus geen aanwijzing voor de stelling van Deliveroo dat bezorging per fiets niet onder de werkingssfeer van de cao kan vallen. Het hof is met Deliveroo van oordeel dat een aantal van de cao-bepalingen en daarin gebezigde termen (zoals ‘standplaats’, ‘wagenladingen’ en andere termen die op gemotoriseerd vervoer zien) uitsluitend betrekking kan hebben op gemotoriseerd vervoer. Daarmee is echter niet (automatisch) gegeven dat de cao alleen voor gemotoriseerd vervoer bedoeld is. Samengevat overweegt het hof dat noch de tekst van de werkingssfeerbepaling zelf noch de elders in de cao gebruikte bewoordingen voldoende aanknopingspunten geven om te concluderen dat de cao alleen ziet op beroepsvervoer krachtens de Wet wegvervoer goederen (Wwg) en daarmee gemotoriseerd vervoer.
Deliveroo betoogt voorts dat haar kernactiviteit is gelegen in het exploiteren van het platform en niet in de maaltijdbezorging. Het hof stelt voorop dat de werkingssfeerbepaling niet de eis stelt dat het vervoer over de weg tegen vergoeding de kernactiviteit van de onderneming vormt. Uit artikel 2 lid 2 cao kan juist worden afgeleid dat een onderneming reeds onder de werkingssfeer valt wanneer zij 20% of meer van haar omzet genereert met beroepsgoederenvervoer over de weg en logistieke dienstverlening. Het hof volgt Deliveroo niet in haar stelling dat zij een technologiebedrijf is. Nog afgezien van het feit dat ‘bezorging’ als kernactiviteit zit in de naam van Deliveroo, komt meer dan de helft van de kosten direct voort uit kosten die samenhangen met de bezorgdienst, is een groot deel van de activa en de voorraden hiervoor bestemd en heeft Deliveroo in Nederland vrijwel geen ICT’ers in dienst en – ten opzichte van de omvang van haar bezorgactiviteiten – slechts een beperkt aantal werknemers in een kantoorfunctie. Het bezorgen van maaltijden vormt derhalve wel degelijk de kernactiviteit van Deliveroo. Al met al oordeelt het hof dat Deliveroo onder de werkingssfeer van de cao valt. Het beroep van Deliveroo op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid wordt verworpen. Het vonnis van de kantonrechter wordt door het hof bekrachtigd en Deliveroo dient derhalve met terugwerkende kracht de cao na te leven.