Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 februari 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:1534
Feiten
Werknemer is in dienst bij Pameijer. Pameijer verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 1 mei 2022, zonder toekenning van een transitievergoeding aan werknemer. Door een verschil van inzicht is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding, waardoor geen vruchtbare samenwerking meer mogelijk is, zonder dat werknemer hiervan een verwijt kan worden gemaakt. Herplaatsing van werknemer binnen Pameijer is volgens Pameijer niet mogelijk. Werknemer is al door een afvloeiingsregeling gecompenseerd, waardoor Pameijer het toekennen van een transitievergoeding niet redelijk vindt. Werknemer bevestigt dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat er geen mogelijkheden zijn voor herplaatsing. Voor toekenning van een transitievergoeding is geen aanleiding, omdat werknemer reeds lange tijd is vrijgesteld van werk.
Oordeel
De arbeidsovereenkomst kan op grond van artikel 7:669 lid 1 BW alleen worden opgezegd als sprake is van een redelijke grond voor ontbinding en herplaatsing van werknemer binnen redelijke termijn niet mogelijk is of in de rede ligt. Deze eisen gelden ook voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter op grond van artikel 7:671b lid 2 BW. Beide partijen zijn het erover eens dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, waardoor niet kan worden verlangd van Pameijer om de arbeidsovereenkomst voort te laten duren. Volgens de kantonrechter is daarom sprake van een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer kan geen enkel verwijt worden gemaakt ten aanzien van de ontbindingsgrond en herplaatsing van werknemer in een passende functie is niet mogelijk. Beide partijen zijn het erover eens dat geen sprake is van een opzegverbod. Werknemer is arbeidsongeschikt, maar de ontbinding houdt hiermee geen verband. De arbeidsongeschiktheid staat daarom op grond van artikel 7:671b lid 6 sub a BW niet in de weg aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a BW, in combinatie met artikel 7:669 lid 3 sub g BW. Het einde van de arbeidsovereenkomst wordt met het oog op artikel 7:671b lid 9 BW bepaald op 1 mei 2022. Partijen zijn het erover eens dat aan werknemer geen transitievergoeding toekomt.