Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Call Cogens B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 5 juli 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:2203
Hoger beroep in kort geding. Is er tussen partijen sprake van een arbeidsovereenkomst? Het hof oordeelt van niet en wijst de ingestelde loonvordering af.

Feiten 

De heer X is tot medio 2016 advocaat geweest. Begin 2020 is X werkzaamheden gaan verrichten ten behoeve van onder meer Call Cogens B.V. (hierna: Cogens). X heeft een overeenkomst getekend met het opschrift ‘stageovereenkomst’ gedateerd 16 februari 2020. X heeft in 2020 onder de naam van Compas Legal facturen gestuurd aan Cogens voor de verrichte werkzaamheden. Cogens heeft X op 28 december 2020 laten weten dat de samenwerking werd beëindigd met ingang van 1 januari 2021. X stelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en heeft een kort geding gestart. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van X afgewezen. X heeft een hoger beroep in kort geding ingesteld. 

Oordeel 

Tussen partijen staat het bestaan van een arbeidsovereenkomst ter discussie. Het staat vast dat X in 2020 ten behoeve van Cogens werkzaamheden heeft verricht. Niet in geschil is dat zij partij zijn bij de stageovereenkomst en dat deze stageovereenkomst niet de werkelijke rechtsverhouding tussen partijen weergaf. X is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Hij was werkzaam op basis van een of meer overeenkomsten van opdracht. Hij declareerde onder de naam van zijn onderneming. X heeft tegenover het verweer van Cogens onvoldoende toegelicht waarom er in april 2020 reden was om naast de overeenkomst van opdracht een arbeidsovereenkomst te sluiten. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat de relatie tussen X en Cogens alle elementen van een arbeidsovereenkomst heeft. Met name het aannemen van de gezagsverhouding tussen X en Cogens is te weinig aangedragen. X heeft gewezen op een document dat volgens de tekst een arbeidsovereenkomst zou omvatten. Vaststaat dat X dit document heeft opgesteld. Cogens betwist dat zij met dit document bekend is en dat zij met de inhoud heeft ingestemd. Na het beweerde ondertekenen van de arbeidsovereenkomst is geen loon meer aan X betaald. Al met al komt het hof tot de conclusie dat de gestelde arbeidsovereenkomst onvoldoende aannemelijk is gemaakt om een voorlopige voorziening te treffen tot het betalen van het loon.