Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Oranjegroep Holding B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 juli 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:2354
Overtreding relatie- en concurrentiebeding. Het hof beveelt een mondelinge behandeling voor nadere inlichtingen en het beproeven van een schikking.

Feiten 

Werknemer is op 1 juli 2017 voor de duur van een jaar in dienst getreden van Oranjegroep Holding B.V. (hierna: Oranjegroep). In de arbeidsovereenkomst is een relatie-, concurrentie- en boetebeding opgenomen. De arbeidsovereenkomst met werknemer is met ingang van 1 juli 2018 voor onbepaalde tijd voortgezet. Partijen hebben dit in een nieuwe arbeidsovereenkomst vastgelegd. Ook die arbeidsovereenkomst bevat een relatie- en een concurrentiebeding en een daaraan gekoppeld boetebeding. De werkzaamheden van werknemer bestonden met name uit het werven van uitzendkrachten. Op 21 januari 2019 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst met Oranjegroep opgezegd. De arbeidsovereenkomst is als gevolg daarvan geëindigd op 28 februari 2019. Op 1 maart 2019 is werknemer in dienst getreden van X B.V., tevens een uitzendbureau. Bij brief van 15 maart 2019 heeft Oranjegroep aan werknemer medegedeeld dat hij het relatiebeding en het concurrentiebeding overtreden heeft, waardoor hij in ieder geval een boete van € 80.000 aan Oranjegroep verschuldigd is. Partijen hebben daarover vervolgens gecorrespondeerd. Oranjegroep is vervolgens een procedure bij de rechtbank begonnen en de kantonrechter heeft de vorderingen van Oranjegroep toegewezen. Werknemer is veroordeeld tot betaling van € 75.000. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.  

Oordeel 

Het hof geeft geen inhoudelijk oordeel maar een instructie aan partijen. Partijen hebben in deze zaak niet verzocht om een mondelinge behandeling. Het hof ziet aanleiding om gebruik te maken van zijn bevoegdheid om ambtshalve een mondelinge behandeling te bevelen omdat het hof behoefte heeft aan nadere inlichtingen naar aanleiding van het beroep van werknemer op matiging van de boetes en vanwege het belemmeringsverbod in artikel 9a Waadi.