Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/ werkgever
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 30 augustus 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:2999
In voldoende mate is aannemelijk geworden dat werkneemster overwerk heeft verricht van een omvang die maakt dat een beroep op de arbeidsovereenkomsten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Feiten

In het tussenarrest is geoordeeld dat het bepaalde in de arbeidsovereenkomst toepassing mist, omdat daarmee niet uitdrukkelijk wordt afgeweken van de cao Horeca. Daarnaast heeft het hof overwogen wat moet worden verstaan onder ‘overuren’ en dat werkneemster haar vordering heeft onderbouwd met een door haar zelf bijgehouden urenregistratie.  

Oordeel

Werkgever voert nog aan dat de uren niet op verzoek van werkgever zijn gemaakt. Het hof merkt op dat die voorwaarde niet in de arbeidsovereenkomst staat. Het staat wel in de cao, maar er zijn geen eisen gesteld aan de wijze waarop het verzoek moet worden gedaan. Het verzoek om overuren te maken ligt naar het oordeel van het hof besloten in de arbeidsovereenkomst en de op grond daarvan bedongen wijze van inroostering en (onvoorwaardelijke) beschikbaarheid. Het hof komt tot de slotsom dat in voldoende mate aannemelijk is geworden dat werkneemster overwerk heeft verricht van een omvang die maakt dat een beroep op artikel 5 lid 2 van de arbeidsovereenkomsten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, voor zover het overuren betreft waar werkneemster redelijkerwijs bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten geen rekening mee hoefde te houden. Het deel waar zij wel rekening mee moest houden stelt het hof vast op 10%.