Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Groningen), 6 september 2022
ECLI:NL:RBNNE:2022:3281
Feiten
Werknemer is sinds 28 maart 2017 in dienst van Iris Koeriers B.V op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op oproepbasis. Iris Koeriers is een onderneming die zich bezighoudt met het verzorgen van transport ten behoeve van andere bedrijven. In de avond en nacht rijdt Iris Koeriers als onderaannemer van PS Couriers, een koeriersbedrijf. Iris Koeriers haalt voor PS Couriers goederen op bij derden en brengt ook goederen weg voor derden. Op 11 oktober 2017 is werknemer tijdens de uitoefening van zijn koerierswerkzaamheden een ernstig ongeval overkomen, waarbij hij tegen een boom is gebotst. Voorafgaand aan het ongeluk heeft werknemer 121 km/u gereden op een weg waar slechts 50 km/u was toegestaan. Werknemer heeft ten gevolge van het ongeval meervoudig ernstig letsel opgelopen. Iris Koeriers beschikte ten tijde van het ongeval over een Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijven (AVB) bij Nationale Nederlanden. Bij brief van 10 augustus 2018 heeft de gemachtigde van werknemer Iris Koeriers aansprakelijk gesteld voor de schade van werknemer als gevolg van het ongeval. De gemachtigde heeft verder de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeraar van Iris Koeriers aangeschreven om de schadeclaim van werknemer in behandeling te nemen, maar de verzekeraar heeft deze schadeclaim afgewezen omdat de AVB geen dekking biedt voor schades veroorzaakt met of door een motorvoertuig. Werknemer vordert dat de kantonrechter voor recht verklaart dat Iris Koeriers aansprakelijk is voor de door werknemer geleden en nog te lijden schade, alsmede een schadevergoeding van € 31.151,01.
Oordeel
Artikel 7:658 BW
Werknemer stelt dat Iris Koeriers jegens hem aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 lid 2 BW wegens schending van haar zorgplicht als werkgever, nu Iris Koeriers niet heeft aangetoond dat zij voldoende maatregelen heeft getroffen en aanwijzingen heeft verstrekt om te voorkomen dat werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade zou lijden. Iris Koeriers betwist dat zij haar zorgplicht als werkgever zou hebben geschonden. Voor zover een zorgplichtschending van Iris Koeriers al zou worden aangenomen, stelt zij zich op het standpunt dat zij niet aansprakelijk is omdat de schade van werknemer in belangrijke mate het gevolg is van diens bewust roekeloze weggedrag, nu hij tijdens de betreffende dienst meerdere malen met veel te hoge snelheden heeft gereden. De kantonrechter stelt dat gelet op de ruime strekking van de zorgplicht niet snel kan worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan. Indien een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden op plaatsen komt die niet als "arbeidsplaats" kunnen worden aangemerkt, zoals de openbare weg in het geval van deelneming aan het verkeer, kan de zorgplicht meebrengen dat de werkgever maatregelen treft en aanwijzingen geeft om zo veel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Niet in geschil is dat Iris Koeriers aan werknemer een veilig en deugdelijk voertuig ter beschikking heeft gesteld om zijn werkzaamheden uit te voeren. Werknemer beschikte over een rijbewijs en Iris Koeriers heeft werknemer voorafgaand aan de aanvang van zijn dienstverband richtlijnen toegezonden over de wijze van uitvoering van zijn werkzaamheden, waarin staat opgenomen dat werknemer veilig weggedrag moet vertonen. In de jonge leeftijd van werknemer (19 jaar) hoefde Iris Koeriers naar het oordeel van de kantonrechter als zodanig geen aanleiding te zien om hem extra te waarschuwen dat hij zich aan de geldende maximumsnelheid moest houden. Werknemer heeft tevens onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat Iris Koeriers haar koeriers in zijn algemeenheid met zodanige routeschema's opzadelde dat daarmee de verkeersveiligheid in het gedrang kwam, in die zin dat de te rijden routes alleen maar met overschrijding van de maximumsnelheid gehaald konden worden. Voldoende is gebleken dat Iris Koeriers tegenover werknemer heeft voldaanaan haar zorgplicht voor het voorkomen van verkeersongevallen bij de uitoefening van de koerierswerkzaamheden van werknemer.
Aansprakelijkheid wegens schending van verzekeringsplicht in verband met artikel 7:611 BW
Werknemer stelt subsidiair dat Iris Koeriers tekortgeschoten is in haar verplichting als werkgever om een behoorlijke verzekering voor verkeersongevallen van werknemers af te sluiten. Iris Koeriers betwist dat zij aansprakelijk is voor schade als gevolg van het ongeluk, nu zij een behoorlijke verzekering had afgesloten. Verder stelt Iris Koeriers zich op het standpunt dat een verzekering sowieso geen dekking hoefde te bieden omdat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Werknemer reed ten tijde van het ongeluk namelijk minimaal 107 km/u. De door Iris Koeriers naar voren gebrachte feiten en omstandigheden doorstaan de hoge toets van bewuste roekeloosheid naar het oordeel van de kantonrechter niet. Uit de overschrijding van de maximumsnelheid op andere locaties voorafgaand aan het ongeluk kan op zichzelf niet worden afgeleid dat werknemer óók op de ongevalslocatie de maximumsnelheid fors zou hebben overschreden. Tot slot is de kantonrechter van oordeel dat vooralsnog geen voldragen antwoord kan worden gegeven op de vraag of Iris Koeriers aan haar verzekeringsplicht als werkgever heeft voldaan. De beantwoording van deze vraag vereist immers specifieke kennis op het gebied van het verzekeringsrecht. Hiertoe zal een deskundige op verzekeringsrechtelijk gebied worden benoemd.