Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Almere), 15 september 2022
ECLI:NL:RBMNE:2022:3706
Ontbinding arbeidsovereenkomst van bankmedewerker op de e-grond zonder toekenning van een transitievergoeding. Werknemer heeft veelvuldig klantgegevens gecheckt van vrienden, zonder dat hier een zakelijke grondslag voor was.

Feiten

Werknemer is sinds 1 januari 2006 in dienst van werkgeefster. Medewerkers van financiële instellingen zijn onderworpen aan het zogenoemde ‘bankentuchtrecht’ en wettelijk verplicht de zogeheten bankierseed af te leggen. Op 15 december 2016 is een e-mail aan alle werknemers van werkgeefster gezonden, waarin er onder meer voor is gewaarschuwd dat ongeoorloofd raadplegen van klantgegevens in beginsel leidt tot ontslag op staande voet. Op het intranet van werkgeefster getiteld ‘Raadplegen klantgegevens’ kunnen werknemers nalezen hoe zij met allerhande klantgegevens moeten omgaan. Op 13 oktober 2020 stuurt werkgeefster aan werknemer een detectiemail, waarin onder meer is opgenomen dat uit monitoring is gebleken dat werknemer klantinformatie heeft geraadpleegd, die hij mogelijk niet nodig had voor de uitvoering van zijn werk. Op 19 juli 2020 stuurt werkgeefster aan werknemer een tweede detectiemail. Begin 2022 is werknemer voor de derde maal door het systeem van werkgeefster gedetecteerd vanwege een mogelijk ongeoorloofde raadpleging. Werkgever heeft het kijkgedrag van werknemer op ongeoorloofde raadplegingen onderzocht. Op 13 april 2022 vindt een gesprek plaats met werknemer en is hij vrijgesteld van zijn werkzaamheden. Werkgeefster verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond tegen de eerst mogelijke datum. Werkgeefster voert daartoe aan dat werknemer veelvuldig en gedurende een lange periode zonder zakelijke aanleiding de rekeninggegevens heeft geraadpleegd van drie klanten van werkgeefster met wie hij in privé bevriend is. Werknemer heeft daarmee in strijd gehandeld met de interne regelgeving van werkgeefster alsook met de bankierseed.

Oordeel

E-grond

Vast staat dat werknemer de regels heeft overtreden. Hij heeft in strijd met de regels de bankrekening van drie vrienden geraadpleegd binnen het systeem van de bank. Met werkgeefster is de kantonrechter van oordeel dat werknemer de toegang die hij heeft tot de interne systemen van werkgeefster en de mogelijkheden die hem als bankmedewerker zijn toevertrouwd heeft misbruikt en daarmee verwijtbaar heeft gehandeld. Werknemer heeft niet gehandeld conform de hoge integriteitseisen die aan hem als bankmedewerker worden gesteld. Dat werknemer dit heeft gedaan vanwege persoonlijke omstandigheden moge zo zijn, maar dat maakt de ernst van de gedraging niet minder. Of werknemer de eerste detectiemail al dan niet heeft ontvangen, maakt evenmin dat de gedraging hem niet verwijtbaar is. Werknemer erkent dat hij op de hoogte was van de regels rondom het bekijken van bankrekeningen. Ook het feit dat hij spijt heeft betuigd richting zijn collega’s en zijn vrienden het hem niet aanrekenen, verandert niets aan de gedraging. Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat wel sprake is van een redelijke grond voor opzegging, en daarmee voor ontbinding, van de arbeidsovereenkomst van partijen. Herplaatsing van werknemer binnen een redelijke termijn ligt niet in de rede. Het verzoek wordt daarom ingewilligd.

Transitievergoeding

Het vele malen bekijken van de bankrekening van zijn vrienden acht de kantonrechter zodanig laakbaar gedrag van werknemer dat dit naar het oordeel van de kantonrechter te kwalificeren is als ernstig verwijtbaar. Het handelen in strijd met kenbare gedragsregels van de organisatie dient als ernstig verwijtbaar te worden gekwalificeerd. Omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer is op grond van artikel 7: 673 lid 7 sub c BW geen transitievergoeding verschuldigd.