Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Hordijk verpakkingsindustrie ZaandamB.V.,
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 20 december 2022
ECLI:NL:GHAMS:2022:3604
Ontslag op staande voet wordt vernietigd. Wel ontbinding op de e-grond met toekenning van de transitievergoeding.

Feiten 

Werknemer is op 17 juli 2000 in dienst getreden bij Hordijk, laatstelijk in de functie van hoofd extrudeur. Tijdens een dienst van werknemer in de nacht van vrijdag 26 november 2021 op zaterdag 27 november 2021 heeft de nachtploeg het werk al om 04.00 uur gestaakt. De hele ploeg is die nacht om 04.00 uur uitgeklokt en naar huis gegaan. Op maandag 29 november 2021 is werknemer over de werkstaking gehoord en met onmiddellijke ingang geschorst. Op dinsdag 30 november 2021 is hij op staande voet ontslagen. De collega’s hebben alleen een schriftelijke waarschuwing gekregen. Werknemer heeft verzocht om vernietiging van het ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen, maar de arbeidsovereenkomst ontbonden op de e-grond zonder recht op transitievergoeding. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld. 

Oordeel 

De kantonrechter heeft bij zijn beoordeling tot uitgangspunt genomen dat werknemer in de bewuste nacht als hoofd extrudeur de eerste man was en uit dien hoofde iets had moeten doen om het vroegtijdig vertrek van zijn collega’s te voorkomen, dat vertrek had moeten melden en daarvan verslag had moeten doen aan zijn leidinggevenden. Het hof onderschrijft dit uitgangspunt. Het is begrijpelijk en terecht dat Hordijk het vertrouwen in werknemer heeft verloren. Het behoeft geen betoog dat zij door het vroegtijdig afbreken van de dienst schade heeft geleden bestaande in productieverlies. Daartegenover leggen de overige omstandigheden van het geval, zoals dat niet vastgesteld is kunnen worden dat werknemer de initiator van de actie was, het dienstverband 22 jaar heeft geduurd en werknemer nog gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, onvoldoende gewicht in de schaal. Werknemer heeft geen recht op een billijke vergoeding nu hij het bedrag niet heeft onderbouwd. Het ten onrechte gegeven ontslag op staande voet weggedacht, was werknemer niet in een andere situatie komen te verkeren dan nu het geval is, namelijk dat de arbeidsovereenkomst met hem door ontbinding tot een einde is gekomen. Voor een billijke vergoeding is daarom geen aanleiding. Werknemer heeft wel recht op de transitievergoeding. Het aan werknemer verweten handelen kan niet als zodanig ernstig worden aangemerkt dat het een uitzondering op de hoofdregel rechtvaardigt. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat niet vastgesteld is kunnen worden dat werknemer de initiator was van de actie. Voorts zal het lekkende dak in combinatie met zware regenval de werklust van de nachtploeg niet hebben bevorderd. Niet kan worden uitgesloten dat die omstandigheid bij het besluit om de dienst voortijdig af te breken een rol heeft gespeeld.