Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/VSR B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 16 november 2022
ECLI:NL:RBZWB:2022:8354
Volledige vernietiging concurrentiebeding (art. 7:653 lid 3 onder b BW); werknemer beschikt niet over essentiële informatie over unieke werkprocessen of strategieën waardoor werkgever in zijn bedrijfsdebiet wordt geschaad; belang werknemer bij overstap weegt zwaarder.

Feiten 

P-Line Netherlands B.V. (hierna: P-Line) en VSR B.V. (hierna: VSR) zijn beiden actief in het inpandig renoveren van leidingen in gebouwen. In Nederland is een beperkt aantal bedrijven werkzaam binnen deze markt. De werkzaamheden, het zogenoemde relinen, kunnen door middel van verschillende technieken worden uitgevoerd. Op hoofdlijnen kan daarbij onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de linertechniek en anderzijds de spraytechniek. Werknemer is op 7 april 2015 bij VSR in dienst getreden. De arbeidsovereenkomst kent een concurrentiebeding. Werknemer heeft kenbaar gemaakt dat hij bij P-Line wil gaan werken en heeft VSR verzocht hem daarvoor toestemming te verlenen. Werknemer verzoekt de kantonrechter het concurrentiebeding te vernietigen. 

Oordeel 

De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet in geschil is dat partijen concurrenten van elkaar zijn. Evenmin in geschil is dat werknemer niet beschikt over concurrentiegevoelige commerciële informatie en/of (klant)contacten. De vraag is of en in hoeverre werknemer beschikt over essentiële informatie van unieke werkprocessen en strategieën van VSR waarmee P-Line een concurrentievoordeel zou kunnen krijgen dat uitstijgt boven de normale marktconcurrentie. Uit hetgeen partijen over en weer hebben gesteld, en uit de door beide partijen overgelegde verklaringen (onder andere van andere concurrerende partijen), kan worden afgeleid dat relinen weliswaar complex en specialistisch werk is, maar dat de theoretische kennis rondom de verschillende technieken van het relinen binnen deze markt als algemeen bekend en toegankelijk kan worden verondersteld. Bij de toepassing van die technieken moeten vervolgens in de praktijk – op de werkvloer – keuzes worden gemaakt en zodoende heeft iedere aanbieder in de loop van de jaren eigen finesses ontwikkeld. Daarbij gaat het in de kern genomen om (vak)kennis en ervaring die wordt opgedaan tijdens c.q. door het uitvoeren van de werkzaamheden. Er ontstaan weliswaar bedrijfseigen werkwijzen, maar dat op zichzelf rechtvaardigt niet de conclusie dat sprake is van zodanig unieke werkprocessen en strategieën dat het bedrijfsdebiet van de oude werkgever wordt aangetast indien een monteur de overstapt maakt naar een concurrent. Daartegenover heeft werknemer gemotiveerd toegelicht dat hij een zwaarwegend persoonlijk belang heeft bij de overstap naar P-Line. Het is evident dat werknemer, zoals elke werknemer, belang heeft om vrij te zijn in de keuze van een opvolgend dienstverband. Vast staat dat voor werknemer bij P-Line een concrete positieverbetering in het verschiet ligt, met doorgroeimogelijkheden en een salarisverhoging. De belangen van partijen tegen elkaar afwegend oordeelt de kantonrechter dat het belang van werknemer om van de werking van het concurrentiebeding ontheven te worden groter is dan het belang van VSR bij handhaving daarvan. Het concurrentiebeding wordt volledig vernietigd.