Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 4 mei 2023
ECLI:NL:RBZWB:2023:3043
Feiten
Werkneemster is op 1 september 2008 in dienst getreden van (de rechtsvoorgangster van) Optios B.V. (hierna: Optios). Optios en Inverzo B.V (hierna: Inverzo) waren dochtervennootschappen van Paradigma groep B.V. (Paradigma). Optios was actief op het gebied van spoor 2-re-integratie. Inverzo was actief op het gebied van arbeidsdeskundige onderzoeken. In 2021 heeft Paradigma de aandelen van Oxhill7 B.V., een concurrent van Optios en Inverzo, overgenomen. Zij heeft het plan opgevat om een samenwerking te ontwikkelen voor Optios, Inverzo en Oxhill7. Vanaf oktober 2021 hebben werkneemster en diverse medewerkers van Inverzo en Oxhill7 overleg gevoerd over de wijze waarop de samenwerking zou worden vormgegeven. Paradigma heeft uiteindelijk besloten om Optios, Inverzo en Oxhill7 samen te voegen en per 1 januari 2023 verder te laten gaan onder één label met de voorlopige naam NewCo. Aan werkneemster is een aantal nieuwe functies binnen NewCo en Paradigma aangeboden. Er is geen overeenstemming bereikt over een nieuwe functie voor werkneemster. Bij e-mail van 30 november 2022 heeft werkneemster bericht dat, voor zover de arbeidsovereenkomst niet reeds per 1 januari 2023 zou eindigen vanwege de aanstaande overgang van de onderneming, zij de arbeidsovereenkomst niet wilde voortzetten met de verkrijger, waardoor het dienstverband zou eindigen per 1 januari 2023. Op 1 januari 2023 zijn (onder andere) Optios, Inverzo en Oxhill7 gefuseerd, waarbij Oxhill7 de verkrijgende vennootschap was. Oxhill7 heeft vervolgens haar statutaire naam gewijzigd in Puls. Werkneemster verzoekt een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst wordt geacht te zijn verbroken door toedoen van Optios.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Puls is de rechtsopvolgster van Optios. Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een overgang van onderneming. Het Hof van Justitie EU heeft geoordeeld dat wanneer het eventueel volstrekt niet mogelijk is om bij een overgang een werknemer in de door de verkrijger ingevoerde organisatorische structuur een functie aan te bieden die gelijkwaardig is aan die welke hij bij de vervreemder vervulde, en deze situatie leidt tot een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van de werknemer, zij eveneens moet worden gelijkgesteld met een verbreking van de arbeidsovereenkomst door toedoen van de werkgever. Partijen twisten over de vraag of Optios aan werkneemster een gelijkwaardige functie heeft aangeboden. Naar het oordeel van de kantonrechter houdt een gelijkwaardige functie in een functie van gelijke waarde. Dat hoeft geen gelijke/identieke functie te zijn, maar het moet gaan om een aangeboden functie die aansluit bij de vervallen functie wat betreft niveau, bevoegdheden en voorwaarden. Uit hetgeen partijen op de mondelinge behandeling hebben verklaard, volgt dat zij verschillende visies hadden over de invulling van de functie betreffende de loopbaancoaching. Het stond Optios vrij om die functie daarom toch niet aan werkneemster te gunnen op de manier zoals werkneemster deze voor ogen had, namelijk als eigen label. Gaandeweg was het duidelijk dat men bij de samenwerking tussen de verschillende bedrijven maar één label wilde hanteren. Deze keuzevrijheid komt een werkgever toe. Dat Optios daarbij verkeerd heeft gehandeld, is niet gebleken. De kantonrechter oordeelt dat Optios een gelijkwaardige functie heeft aangeboden aan werkneemster en dat werkneemster die functie heeft geweigerd. De verzochte verklaring voor recht en de betaling van de transitievergoeding worden daarom afgewezen.