Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 4 september 2023
ECLI:NL:GHARL:2023:7395
Feiten
Op 1 mei 2022 is werknemer in loondienst van Red Hat B.V. (hierna: Red Hat) getreden, een wereldwijde ICT-onderneming. Werknemer is kennismigrant. Wegens het naderende einde van de proeftijd heeft op 28 juni 2022 een online evaluatiegesprek plaatsgevonden tussen Red Hat en werknemer. Over wat er toen precies is gezegd en afgesproken verschillen de meningen. De uitkomst was in elk geval dat Red Hat geen reden zag om de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd te beëindigen. Vanaf 14 juli 2022 corresponderen partijen over het functioneren van werknemer in diens functie bij Red Hat. Op 3 augustus 2023 geeft Red Hat aan de arbeidsovereenkomst met werknemer te willen beëindigen, onder meer omdat de houding en het gedrag van werknemer niet zijn gewijzigd na de eerdere gesprekken hierover en de reactie van werknemer per e-mail van 15 juli 2022. Daarnaast heeft werknemer in strijd met de instructies van zijn leidinggevende een zakelijke aankoop gedaan via Amazon. Per 3 augustus 2023 is werknemer door Red Hat vrijgesteld van werk met behoud van loon. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de arbeidsovereenkomst ontbonden en het einde daarvan op 1 februari 2023 bepaald met toekenning van een transitievergoeding (€ 2.509,13 bruto) en een billijke vergoeding (€ 60.000 bruto) aan werknemer. Naast de reële kosten van rechtsbijstand (€ 6.360,24 inclusief btw) zijn ook nog enige andere posten aan werknemer toegewezen. De bedoeling van het hoger beroep van Red Hat is dat het hof oordeelt dat geen billijke vergoeding is verschuldigd, dan wel dat deze op een lager bedrag wordt vastgesteld of te bepalen dat de transitievergoeding in de billijke vergoeding wordt verdisconteerd. Ook vraagt Red Hat aan het hof onder meer de veroordeling tot betaling van de kosten van rechtsbijstand ongedaan te maken.
Oordeel
Billijke vergoeding
Het hof komt, net als de kantonrechter, tot de conclusie dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan Red Hat is te verwijten. De problematiek tussen partijen is voortgekomen uit een verschil van inzicht wat de taken van werknemer nu precies behelsden. Het hof overweegt dat de beslissing van Red Hat om daarna te streven naar beëindiging van de arbeidsovereenkomst een te grote stap is in deze snelle verharding van standpunten en communicatie tussen partijen. Het hof merkt op dat, als de visie van Red Hat over de inhoud van het gesprek van 28 juni 2022 juist is, het opmerkelijk is dat dit zo laat is vastgelegd. Het hof is van oordeel dat Red Hat als goed werkgever een pas op de plaats had moeten maken. Zij had na de e-mail van 15 juli 2022, waaruit overduidelijk volgt dat werknemer boos is omdat hij vindt dat hij andere werkzaamheden moet verrichten dan waarvoor hij op basis van zijn kennis en ervaring is aangenomen, het gesprek met hem had moeten aangaan. In een dergelijk gesprek zou ook aan de orde hebben moeten komen de toonzetting van die e-mail die Red Hat niet aanstond. In plaats van kort na de e-mail mede te delen dat de arbeidsovereenkomst zal worden beëindigd had van Red Hat als goed werkgever verwacht kunnen worden dat zij met werknemer het gesprek was aangegaan om een en ander goed uit te praten en om te bezien of verdere samenwerking mogelijk was. Als uit dat gesprek zou zijn gevolgd dat Red Hat van mening bleef dat de opgedragen werkzaamheden wel tot het overeengekomen takenpakket behoorden en als werknemer zich hiertegen bleef verzetten, dan brengt goed werkgeverschap met zich dat werknemer alsnog de kans en de tijd zou hebben moeten krijgen zich aan de instructies van Red Hat te conformeren of, meer vanuit het perspectief van Red Hat gezien, zijn functioneren te verbeteren. Door in plaats hiervan direct te besluiten de arbeidsovereenkomst te beëindigen heeft Red Hat onvoldoende rekening gehouden met de ingrijpende gevolgen die beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor werknemer heeft. Het hof acht van belang dat onbetwist is dat werknemer een goed betalende baan heeft opgegeven naar aanleiding van een openstaande vacature bij Red Hat en dat Red Hat hem graag zag komen omdat zij behoefte had aan zijn bij eerdere werkgevers opgebouwde ervaring en kennis op het gebied van Media and Entertainment. Ook geldt dat Red Hat enkele weken eerder onvoldoende aanleiding zag om met gebruikmaking van het proeftijdbeding de arbeidsovereenkomst direct op te zeggen. Zij heeft toen een eigen afweging gemaakt en werknemer definitief voor onbepaalde tijd in dienst laten komen. Aan Red Hat was bovendien bekend dat beëindiging van het dienstverband betekende dat de verblijfstitel in Nederland van werknemer (en zijn gezin) op losse schroeven kwam te staan omdat hij binnen drie maanden daarna ander betalend werk in dienstverband zou moeten vinden waarmee hij minimaal € 4.612 bruto per maand zou moeten verdienen. Daarom oordeelt het hof dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Red Hat dat toekenning van een billijke vergoeding rechtvaardigt. Het hof is van oordeel dat de billijke vergoeding door de kantonrechter correct is vastgesteld. Het hof ziet, alles in aanmerking nemende, geen aanleiding om de transitievergoeding van € 2.509,13 in mindering te brengen op de billijke vergoeding.
Kosten rechtsbijstand
Het hof is van oordeel dat de daadwerkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand niet hadden moeten worden toegewezen. Een verzoek tot vergoeding van volledige proceskosten, in afwijking van het liquidatietarief, is alleen toewijsbaar in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Het hof is van oordeel dat daarvan geen sprake is.