Feiten

Werknemer is in dienst van Stichting Stadlander. Stadlander verzoekt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden per 31 december 2023 onder toekenning aan werknemer van een beëindigingsvergoeding van € 45.782 bruto. Aan dit verzoek legt Stadlander ten grondslag dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat herplaatsing van werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Werknemer betwist het voorgaande niet.

Oordeel

De kantonrechter  overweegt dat de arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Gelet op de standpunten van partijen is dit het geval. Partijen stellen dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod. De datum van ontbinding wordt bepaald op 31 december 2023. De beëindigingsvergoeding van € 45.782 bruto is niet weersproken. De kantonrechter veroordeelt Stadlander tot betaling aan werknemer van dat bedrag, waarin de wettelijke transitievergoeding geacht wordt te zijn begrepen.