Naar boven ↑

Rechtspraak

Heembouw Bedrijfsruimten Zuid B.V./werkneemster
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 8 februari 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:818
Ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen door de werkneemster. Werkneemster heeft de beschikking over een leaseauto. Na inlevering van deze auto wordt een onverklaarbaar hoog aantal kilometers en tankbeurten vastgesteld.

Feiten

Werkneemster is op 1 mei 2022 bij Heembouw Bedrijfsruimten Zuid B.V. (hierna: Heembouw) in dienst getreden. Zij is gedurende 32 uur per week werkzaam in de functie van werkvoorbereider B tegen een salaris van € 2.521,50 bruto per maand, exclusief 8% vakantiebijslag en overige emolumenten. Kort na aanvang van het dienstverband heeft Heembouw een leaseauto ter beschikking gesteld aan werkneemster. Bij afgifte van de auto aan werkneemster was de kilometerstand 10 km. Toen werkneemster de auto op 2 mei 2023 inleverde was die stand 29.635 km. Werkneemster heeft aan Heembouw een op 16 mei 2022 gedateerde ‘Verklaring geen privégebruik auto’ overhandigd. Daarin verklaarde zij met de leaseauto voor zichzelf niet meer dan 500 kilometers per jaar te rijden. Werkneemster raakt betrokken bij een ongeval. Heembouw heeft de veroorzaker van het ongeval aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden loonschade. Diens schadeverzekeraar heeft geen aansprakelijkheid erkend. Heembouw verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-, g- en i-grond. Werkneemster verzoekt voor het geval de ontbinding wordt toegewezen onder meer een transitievergoeding, een billijke vergoeding van € 20.087,52 bruto en een immateriële schadevergoeding van € 2.000.

Oordeel

Alvorens aan een inhoudelijke beoordeling toe te komen, wordt vastgesteld dat sprake is van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:670 lid 1 BW, omdat werkneemster ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid wegens ziekte. Uit het verweer van werkneemster volgt niet dat er een verband bestaat tussen haar arbeidsongeschiktheid en de gronden van het ontbindingsverzoek. Gelet op het bepaalde in artikel 7:671b lid 6 aanhef en onder a BW staat naar het oordeel van de kantonrechter het opzegverbod dan ook niet in de weg aan de eventuele inwilliging van het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Heembouw in dat verband naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op. Heembouw heeft werkneemster bij de beschikbaarstelling van de leaseauto uitgebreid geïnformeerd over de keuzemogelijkheid om de auto ook voor zichzelf te gebruiken. Werkneemster heeft vervolgens verklaard dat zij in privé niet meer dan 500 kilometer per jaar met die auto zou rijden. Deze verklaring had gevolgen voor de berekening van haar loon, waarop in het andere geval inhoudingen zouden moeten plaatsvinden. Heembouw heeft aangetoond dat werkneemster in de periode van 29 april 2022 tot en met 2 mei 2023 met de betreffende auto 29.625 kilometers heeft gereden. Nadat Heembouw dit te weten was gekomen, heeft zij bij de leasemaatschappij de tankgeschiedenis van de auto opgevraagd. Daaruit bleek dat ook in de periode dat werkneemster arbeidsongeschikt was en niet in staat was om voor het werk projecten te bezoeken, er meerdere keren brandstof was getankt, soms zelfs meerdere keren op een dag. Heembouw heeft bij herhaling aan werkneemster gevraagd om door middel van de rittenadministratie een verklaring te geven voor het grote aantal door haar gereden kilometers. Zij heeft aan werkneemster meegedeeld dat ongeoorloofd privégebruik van de auto kan leiden tot een naheffing en een boete vanwege de belastingdienst en dat Heembouw genoodzaakt is om per direct een bijtelling bij het loon toe te passen. Werkneemster weerspreekt de in het verzoekschrift van Heembouw beschreven gebeurtenissen niet, behalve dat zij betwist dat zij in privé 15.000 kilometer heeft gereden. Zij laat echter na daarvoor enige onderbouwing te geven. Het niet deugdelijk bijhouden van een rittenregistratie schrijft werkneemster toe aan haar gezondheidsklachten. De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en de tegenverzoeken van werkneemster worden afgewezen.