Naar boven ↑

Rechtspraak

NedTrain B.V./deelnemers
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 maart 2024
ECLI:NL:GHSHE:2024:754
NedTrain niet aansprakelijk voor gezondheidsschade van deelnemers van het tROM-traject. Deelnemers hebben nagelaten hun stellingen omtrent de blootstelling aan chroom-6 per individu te onderbouwen en hebben daarmee niet voldaan aan stelplicht.

Feiten

Deelnemers hebben in het kader van de Wet werk en bijstand in de periode 2004 tot en met 2010 deelgenomen aan een re-integratieproject van de gemeente Tilburg, het "tROM-project". Tijdens dit project werden (onder meer) restauratiewerkzaamheden verricht aan oude treinstellen. De werkzaamheden vonden plaats op het terrein van NedTrain B.V. (hierna: NedTrain). Dertig deelnemers stellen dat zij tijdens hun werkzaamheden op het tROM-project zijn blootgesteld aan chroom-6 en dat zij daardoor gezondheidsschade hebben opgelopen, waarvoor zij NedTrain B.V. aansprakelijk houden. De kantonrechter heeft voor recht verklaard dat NedTrain aansprakelijk is voor door deelnemers door blootstelling aan chroom-6 geleden en nog te lijden materiële schade in de vorm van lichamelijk letsel en daarmee samenhangende posten alsmede immateriële schade als gevolg van aantasting in de persoon wegens angst voor gezondheidsschade. NedTrain heeft nagelaten zich ervan te gewissen dat – al dan niet via de gemeente of tROM – informatie over de in de verflagen aanwezige gevaarlijke stoffen en de noodzaak van adequate bescherming bij de bewerking van treinen bij deelnemers bekend zou worden. De grieven in het principaal hoger beroep zijn gericht op het alsnog afwijzen van het door de rechtbank toegewezen gedeelte van de vorderingen van deelnemers. De grieven in incidenteel appèl zijn gericht op het alsnog integraal toewijzen van de (gewijzigde) vorderingen van deelnemers. Het volledige geschil is daarmee ter beoordeling aan het hof voorgelegd.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. Het verweer van NedTrain dat deelnemers door hun werkwijze (vorderingen uitdrukkelijk niet instellen als collectieve actie, maar wel toelichten met algemene stellingen die voor elk van hen geldt) niet hebben voldaan aan hun stelplicht, slaagt. NedTrain betwist de stelling van deelnemers dat zij allen in relevante mate (kunnen) zijn blootgesteld aan chroom-6 en dat alle deelnemers klachten hebben die daardoor (kunnen) zijn veroorzaakt. NedTrain heeft haar betwistingen onderbouwd met verwijzing naar het RIVM-rapport. Deelnemers hebben de inhoud van het rapport niet gemotiveerd betwist. Uit het RIVM-rapport volgt onder meer dat de kans op gezondheidsschade als gevolg van blootstelling aan chroom-6 mede afhankelijk is van de aard, intensiteit, de frequentie en de duur van de blootstelling. Gelet op de gemotiveerde betwistingen door NedTrain kan niet zonder meer, in zijn algemeenheid, worden geoordeeld dat iedere deelnemer tijdens zijn/haar werkzaamheden op het project in relevante mate aan chroom-6 is blootgesteld. De blootstelling verschilt immers sterk per deelnemer. Het had op de weg van deelnemers gelegen per inidividu, op zijn minst gemotiveerd te stellen in welke periode hij/zij heeft deelgenomen, welke werkzaamheden daarin zijn verricht en welke gezondheidsklachten zijn opgetreden. Deelnemers hebben dit bewust nagelaten. Het hof vermag niet in te zien dat en waarom het voor deelnemers ondoenlijk en onwenselijk is om de stellingen per individu te concretiseren. De omstandigheid dat de gemeente geen sluitende administratie bijhield kan hen niet baten. Het ligt immers op hun eigen weg om hun stellingen concreet te onderbouwen nu het informatie over henzelf betreft en zij bij uitstek daarover beschikken. De stelling dat de concretisering van de gezondheidsklachten uit privacyoverwegingen onwenselijk is, volgt het hof evenmin. Deelnemers hebben immers zelf gekozen voor bundeling van hun vorderingen. Dat het concretiseren van de stellingen per individu te veel werk zou zijn, is geen rechtens te respecteren standpunt. Deelnemers hebben tot slot nog verwezen naar de zogenoemde Defensie-zaak, waarin dit hof de aansprakelijkheid van de Staat jegens vier defensiemedewerkers heeft aangenomen, vanwege blootstelling aan chroom-6 tijdens hun werkzaamheden. Daarin werd geoordeeld dat de enkele mogelijkheid van gezondheidsschade al voldoende is. Het hof volgt deelnemers niet in die redenering. In die zaak is namelijk gebruikgemaakt van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Die regel kan niet worden toegepast indien slechts kan worden aangetoond dat blootstelling aan chroom-6 in het algemeen bepaalde gezondheidsschade kan veroorzaken. Ook voor het overige gaat de vergelijking met de Defensie-zaak niet op om meerdere redenen. Niet komt daarom vast te staan dat deelnemers in de uitoefening van hun werkzaamheden op het tROM-project gezondheidsschade hebben geleden of zullen lijden door blootstelling aan chroom-6. Het hoger beroep van NedTrain slaagt.