Naar boven ↑

Rechtspraak

IMDS R&D B.V./werkneemster
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Groningen), 22 december 2023
ECLI:NL:RBNNE:2023:5566
Werkgeefster heeft arbeidsovereenkomst met werkneemster die onzorgvuldig heeft gecommuniceerd over haar kwalificaties in haar cv ten onrechte buitengerechtelijk vernietigd. Kantonrechter gaat wel over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding.

Feiten

Begin 2023 is bij IMDS R&D B.V. (hierna: IMDS) de functie manager finance & control ontstaan. Een van de functievereisten was een afgeronde hbo- of wo-opleiding in een financiële richting. Werkneemster heeft gesolliciteerd op de functie en heeft daarbij haar cvverschaft, waarin het volgende is opgenomen: “2018 - heden HBO Finance en Control - Met een tussenstop van bijna 3 jaar vanwege zwangerschap en opvoeding, nu in afrondende fase van mijn scriptie. 2013 - 2015 HBO AD/Bedrijfseconomie Ja”. Na een sollicitatiegesprek en vervolggesprekken is werkneemster vanaf 1 juni 2023 voor vier dagen per week in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar. Meermaals is werkneemster per e-mail gevraagd naar een scan van haar diploma’s. Medio augustus 2023 heeft tevens een gesprek plaatsgevonden tussen werkneemster en IMDS, omdat andere medewerkers zouden hebben geklaagd over de flexibele werktijden van werkneemster. Op 5 oktober 2023 hebben partijen in een nieuw gesprek geconcludeerd dat er geen match is tussen hen. In een vervolggesprek op 9 oktober 2023 heeft werkneemster haar propedeusediploma voor de hbo-studie bedrijfseconomie laten zien en op haar telefoon getoond dat zij ongeveer de helft van de punten heeft voor de hbo-studie Finance & Control. Bij brief van 24 oktober 2023 heeft (de gemachtigde van) IMDS de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd, omdat de arbeidsovereenkomst door bedrog tot stand zou zijn gekomen. Ook meent IMDS dat werkneemster steeds minder uren heeft gewerkt dan overeengekomen.  IMDS verzoekt in onderhavige procedure voorwaardelijk ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op grond van de e- en/of g-grond. Werkneemster verzoekt in een tegenverzoek voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen ten onrechte buitengerechtelijk is vernietigd en werkneemster dus aanspraak heeft op betaling van haar loon, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente voor zover niet tijdig is betaald. Subsidiair verzoekt werkneemster bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rekening te houden met de opzegtermijn, veroordeling van IMDS tot betaling van haar loon over de maanden oktober en november 2023, de transitievergoeding en een (billijke) vergoeding en veroordeling van IMDS tot opmaking van een deugdelijke eindafrekening.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Bij de beoordeling van de buitengerechtelijke vernietiging stelt de kantonrechter voorop dat de wilsgebrekenregeling uit het algemeen vermogensrecht ook toegepast kan worden in het arbeidsrecht. Van bedrog is sprake wanneer een werknemer een werkgever ertoe beweegt een arbeidsovereenkomst te sluiten door een opzettelijk gedane onjuiste mededeling. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkneemster mede aan de hand van stukken voldoende aangetoond dat het verkrijgen van het diploma van de opleiding bedrijfseconomie alleen nog een (afrondende) formaliteit betreft. Dat werkneemster dit niet zo op haar cv heeft gezet, maar heeft vermeld dat zij een diploma heeft, is op zijn zachtst gezegd slordig en onzorgvuldig, maar dat werkneemster hiermee willens en wetens IMDS heeft willen misleiden, is niet komen vast te staan. Ook is niet vast komen te staan dat werkneemster IMDS willens en wetens onjuist heeft geïnformeerd over haar voortgang bij de opleiding hbo Finance & Control door te melden dat zij zich in de afrondende fase van haar scriptie bevindt. Derhalve houdt de buitengerechtelijke vernietiging geen stand en wordt de gevorderde verklaring voor recht toegewezen. Wel gaat de kantonrechter over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 februari 2024 op de g-grond. Tussen partijen staat namelijk niet ter discussie dat tussen hen sprake is van een mismatch en dat zij niet meer met elkaar verder kunnen. Het beroep op de e-grond, verwijtbaar handelen, gaat niet op. Dat werkneemster niet duidelijk en onvolledig is geweest over haar diploma en de stand van zaken bij de opleiding hboO Finance & Control, valt werkneemster te verwijten. Er is echter geen sprake van zodanige verwijtbaarheid dat op grond daarvan geen instandhouding van de arbeidsovereenkomst kan worden verlangd. Verder is niet vast komen te staan dat werkneemster de door IMDS gestelde uren niet heeft gewerkt. Nu de arbeidsovereenkomst tot 1 februari is blijven bestaan, wordt het door werkneemster gevorderde subsidiaire loon, vermeerderd met 20% wettelijke verhoging en rente, toegewezen. Tot slot heeft werkneemster recht op de transitievergoeding. De (billijke) vergoeding wordt echter afgewezen, omdat de aan deze vergoeding ten grondslag gelegde wetsartikelen – te weten artikel 7:671b lid 10 BW en 7:681 BW – niet van toepassing zijn en er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van IMDS.