Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 6 juni 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:8770
Feiten
Werkneemster is vanaf 1 augustus 2018 bij Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond (hierna: Sipor) in dienst in de functie van leerkracht op een basisschool, laatstelijk voor 24 uur per week. Op 3 november 2021 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Werkneemster is sinds 13 januari 2023 niet verschenen op afspraken met de verzuimadviseur, tweedespoorbegeleider en de bedrijfsarts, ook niet nadat haar loon vanaf 10 februari 2023 is stopgezet, en is onbereikbaar voor Sipor. In oktober 2023 geeft het UWV een deskundigenoordeel af dat in februari 2023 door Sipor was aangevraagd. Hierin staat dat de re-integratie-inspanningen van werkneemster tot 13 januari 2023 voldoende zijn en dat over de periode van 13 januari 2023 tot 17 februari 2023 geen uitspraak gedaan kan worden over de re-integratie-inspanningen van werkneemster, omdat de verzekeringsarts geen informatie over deze periode heeft ontvangen. Sipor heeft op 9 november 2023 een tweede deskundigenoordeel aangevraagd. Sipor verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden, primair vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen (vanwege het schenden van re-integratieverplichtingen).
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. In artikel 7:671b lid 5 BW is bepaald dat de kantonrechter een verzoek om de arbeidsovereenkomst op de e-grond te ontbinden wegens het niet voldoen aan de re-integratieverplichtingen afwijst indien de werkgever (i) de werknemer niet eerst schriftelijk heeft gemaand tot nakoming van de re-integratieverplichtingen of om die reden de betaling van het loon heeft gestaakt of (ii) niet beschikt over een deskundigenoordeel van het UWV, tenzij het overleggen daarvan in redelijkheid niet van de werkgever gevergd kan worden. Dit zijn cumulatieve vereisten. Aan de eerste voorwaarde heeft Sipor voldaan, want zij heeft de loondoorbetaling stopgezet. Sipor heeft bij haar verzoek geen nieuw/tweede deskundigenoordeel overgelegd dat ziet op de periode vanaf 13 januari 2023. Beoordeeld moet daarom worden of in redelijkheid niet van Sipor gevergd kan worden dat zij een deskundigenoordeel van het UWV overlegt. De kantonrechter is van oordeel dat daarvan geen sprake is. Sipor stelt dat zij een nieuw deskundigenoordeel heeft aangevraagd bij het UWV op 9 november 2023, maar dat nog niet te heeft ontvangen. De lange tijd die het UWV er op dit moment over doet om een deskundigenoordeel af te geven, is echter geen reden te oordelen dat in redelijkheid niet van Sipor gevergd kan worden dat zij een deskundigenoordeel overlegt. Bij de beoordeling van de vraag of een werknemer aan zijn re-integratieverplichtingen heeft voldaan, dient aan de inhoud van het deskundigenoordeel in beginsel een groot gewicht te worden toegekend. Gelet op het voorgaande zou het verzoek van Sipor om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de e-grond kunnen worden afgewezen. Omdat Sipor echter al op 9 november 2023 een deskundigenoordeel heeft aangevraagd en het de verwachting is dat dit binnen een redelijke termijn zal worden afgegeven, ziet de kantonrechter voldoende aanleiding om in dit geval de procedure aan te houden in afwachting van dit deskundigenoordeel. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.