Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 27 augustus 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:8769
Feiten
Werkneemster is vanaf 1 augustus 2018 bij Stichting Islamitisch Primair Onderwijs Rijnmond (hierna: Sipor) in dienst in de functie van leerkracht op een basisschool, laatstelijk voor 24 uur per week. Op 3 november 2021 heeft werkneemster zich ziekgemeld. Werkneemster is sinds 13 januari 2023 niet verschenen op afspraken met de verzuimadviseur, tweede spoorbegeleider en de bedrijfsarts, ook niet nadat haar loon vanaf 10 februari 2023 is stopgezet, en is onbereikbaar voor Sipor. In oktober 2023 heeft het UWV een deskundigenoordeel afgegeven dat in februari 2023 door Sipor was aangevraagd. Hierin staat dat de re-integratie-inspanningen van werkneemster tot 13 januari 2023 voldoende zijn en dat over de periode van 13 januari 2023 tot 17 februari 2023 geen uitspraak gedaan kan worden over de re-integratie-inspanningen van werkneemster, omdat de verzekeringsarts geen informatie over deze periode heeft ontvangen. Sipor heeft op 9 november 2023 een tweede deskundigenoordeel aangevraagd. Sipor verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden, primair vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen (vanwege het schenden van re-integratieverplichtingen). De kantonrechter heeft Sipor bij tussenbeschikking van 6 juni 2024 in de gelegenheid gesteld een deskundigenoordeel van het UWV over te leggen, zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 5 BW.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Deskundigenoordeel
Sipor heeft het deskundigenoordeel van het UWV van 27 juni 2024 overgelegd. Het UWV oordeelt hierin dat de re-integratie-inspanningen van werkneemster over de periode van 13 januari 2023 tot 9 november 2023 onvoldoende zijn. De verzekeringsarts acht het, alles overziend, aannemelijk dat sprake is van problematiek leidend tot beperkingen in activiteiten, maar het is niet duidelijk waarom werkneemster niet bereikbaar was voor verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts na 18 januari 2023. Er zijn daarom volgens de verzekeringsarts geen medische redenen waarom werkneemster het gesprek (telefonisch/beeldbellen/fysiek) met een arts (hetzij bedrijfsarts, hetzij verzekeringsarts) niet zou aankunnen.
Ontbinding arbeidsovereenkomst (e-grond)
De kantonrechter is van oordeel dat Sipor met de door haar gegeven toelichting en het deskundigenoordeel voldoende heeft onderbouwd dat werkneemster zonder deugdelijke grond haar re-integratieverplichtingen niet nakomt. Onbetwist is dat werkneemster sinds 13 januari 2023 niet is verschenen op afspraken met de verzuimadviseur, tweedespoorbegeleider en de bedrijfsarts en dat zij onbereikbaar is voor Sipor. Op 5 december 2023 is werkneemster weliswaar verschenen op een gesprek bij de bedrijfsarts, maar daarna verscheen zij niet op de vervolgafspraak, een op 16 februari 2024 ingepland online intercollegiaal consult om de medische informatie en belastbaarheid te bespreken, waardoor de bedrijfsarts geen nieuw belastbaarheidsadvies kon vaststellen. Nu niet is komen vast te staan dat er medische beperkingen waren waardoor werkneemster niet aan haar re-integratieverplichtingen kon voldoen, is er sprake van een redelijke grond om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zonder rekening te houden met de opzegtermijn en de duur van de procedure, en zonder toekenning van de transitievergoeding, gelet op het ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster.