Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 25 september 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:5564
Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer met toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding. De direct leidinggevende van werknemer heeft intimiderend, beledigend en respectloos gedrag tegenover werknemer vertoond.

Feiten

Werknemer is op 19 februari 2019 bij werkgeefster in dienst getreden in de functie van vertegenwoordiger. De arbeidsovereenkomst geldt inmiddels voor onbepaalde tijd. Werknemer heeft zich op 20 mei 2022 ziekgemeld met klachten die verband hielden met zijn werk. Hij ervoer een hoge werkdruk en problemen met zijn direct leidinggevende en met de algemeen directeur. Er heeft op advies van de bedrijfsarts een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en de algemeen directeur en er is daarna ook mediation ingezet. Werknemer is begin 2023 op advies van de bedrijfsarts aangepast werk gaan verrichten. Hij heeft deze werkzaamheden tot 17 uur per week opgebouwd. De arbeidsdeskundige van het UWV heeft op verzoek van werknemer op 22 december 2023 een deskundigenoordeel uitgebracht. Hierin wordt geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van werkgeefster tot de datum van de aanvraag van het deskundigenoordeel onvoldoende zijn geweest. Werknemer heeft zich op 23 januari 2024 volledig ziekgemeld en is op dit moment nog niet hersteld. Werknemer verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen op grond van artikel 7:671c lid 1 BW en werkgeefster te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding, de billijke vergoeding en alle opgebouwde maar niet genoten verlofuren. Werknemer voert daartoe - kort samengevat - aan dat bij werkgeefster sprake is van een verziekt arbeidsklimaat dat voornamelijk is veroorzaakt door de direct leidinggevende. Laatstgenoemde heeft zich tegenover hem en ook tegenover andere collega’s tiranniek en uiterst onbeschoft gedragen, waarbij sprake was van extreem schofferend en intimiderend taalgebruik en (pest)gedrag. Werkgeefster stemt in met de verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, tot toekenning van een transitievergoeding en tot betaling van de openstaande verlofuren. Zij voert echter verweer tegen de verzochte billijke vergoeding.

Oordeel

De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek van werknemer toe. Partijen zijn het er namelijk over eens dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer heeft aan de hand van verklaringen van zijn huisarts en psycholoog voldoende aannemelijk gemaakt dat het arbeidsconflict met werkgeefster een negatief effect heeft op zijn lichamelijke en psychische gezondheid en dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst bevorderlijk zal zijn voor zijn herstel. Gelet hierop is sprake van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Voorts is naar het oordeel van de kantonrechter aan de voorwaarde van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten voldaan. Dit oordeel wordt als volgt toegelicht. Het staat voldoende vast dat de direct leidinggevende zich tegenover werknemer intimiderend en beledigend heeft gedragen. De kantonrechter is van oordeel dat werkgeefster jegens werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten doordat de direct leidinggevende zich tegenover werknemer intimiderend, beledigend en respectloos heeft gedragen en de algemeen directeur  de klachten van werknemer hierover onvoldoende serieus heeft genomen en de direct leidinggevende niet effectief heeft gecorrigeerd. De kantonrechter vindt het aannemelijk dat dit bij werknemer tot grote stress heeft geleid en dat zijn arbeidsongeschiktheid hiermee verband houdt. Werknemer maakt derhalve aanspraak op de transitievergoeding. Gelet op het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgeefster heeft werknemer ook recht op een billijke vergoeding op basis van gederfde provisie-inkomsten. Het staat voldoende vast dat werknemer maandelijks gemiddeld een provisie van € 2.199 bruto ontving en als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgeefster provisie-inkomsten van in totaal € 54.975 heeft gederfd. Dit bedrag komt als onderdeel van de billijke vergoeding voor vergoeding in aanmerking.