Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 4 oktober 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:9732
Feiten
Eiseres houdt zich vanaf haar oprichting op 26 maart 2015 bezig met het afleveren van proviand en accijnsgoederen aan (zee)schepen, hun kapiteins en rederijen (een shipchandlerbedrijf). Het pensioenfonds Foodservice & Groothandel in Levensmiddelen (hierna: Pensioenfonds) is een verplicht gesteld pensioenfonds in de zin van de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Het Pensioenfonds heeft eiseres met terugwerkende kracht per 26 maart 2015 verplicht aangesloten, omdat zij vindt dat zij onder de werkingssfeer van de verplichtstellingsbesluiten valt. Eiseres is het daar niet mee eens.
Oordeel
Vanaf december 2021 heeft het Pensioenfonds eiseres herhaaldelijk aangeschreven voor informatie over haar activiteiten om te beoordelen of zij onder de verplichtstelling valt. Eiseres reageerde daar niet op. Het Pensioenfonds heeft haar vervolgens op basis van openbare bronnen aangesloten en op 26 augustus 2022 een ambtshalve nota opgelegd van € 80.000 aan pensioenpremies. In november 2022 is er voor het eerst contact met eiseres en daarna heeft zij vragenlijsten ingevuld en informatie aangeleverd. Het Pensioenfonds heeft eiseres laten weten dat die informatie niet leidt tot een andere conclusie. Het Pensioenfonds heeft op 25 juli 2023 een laatste aanmaning van de ambtshalve nota gestuurd. Eiseres heeft de nota niet betaald. Op 4 december 2023 heeft het Pensioenfonds een dwangbevel opgemaakt. Het dwangbevel is op 7 december 2023 betekend. Aan de hand van vier opeenvolgende verplichtstellingsbesluiten komt de kantonrechter tot het oordeel dat eiseres vanaf 26 maart 2015 onder de werkingssfeerbepaling van de verplichtstellingsbesluiten valt. Daarbij geldt dat de tekst van de werkingssfeerbepaling uitgelegd moet worden aan de hand van de cao-norm. Eiseres voldoet aan de afnemerseis omdat de schepen, kapiteins en rederijen waaraan eiseres levert de producten ter beschikking stellen aan de bemanning. Daarbij komt dat in het Verplichtstellingsbesluit 2023 in het kader van de afnemerseis niet meer de termen “wederverkopers” en “instellingen” worden gebruikt maar “verkopen aan bedrijfsmatige afnemers”, waarbij rederijen expliciet als voorbeeld worden genoemd. De kantonrechter is het met eiseres eens dat haar bedrijfsactiviteiten in eerste instantie op basis van het dagelijks taalgebruik niet zonder meer overeenkomen met een groothandel. Naar het oordeel van de kantonrechter staat in dit geval staat wel vast dat eiseres grote hoeveelheden producten verkoopt aan haar afnemers. De enkele omstandigheid dat eiseres geen voorraden aanhoudt, maakt niet dat zij geen groothandel kan zijn. De verklaring voor recht die het Pensioenfonds eist, wordt toegewezen. Eiseres wordt veroordeeld tot betaling van € 81.575 aan het Pensioenfonds en tevens tot verstrekking van de werknemersgegevens.