Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 7 augustus 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:11917
Feiten
Werknemer (woonplaats Kaapverdië) is in dienst bij Fairwind Ltd (gevestigd te Cyprus). Werknemer stelt gewerkt te hebben onder een schip dat vaart onder Nederlandse vlag. Werknemer verzoekt zijn arbeidsovereenkomst te ontbinden, onder toekenning van een aantal vergoedingen en achterstallig loon. Fairwind voert geen verweer tegen de verzoeken en is niet ter zitting verschenen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu werknemer stelt te hebben gewerkt onder een schip dat vaart onder Nederlandse vlag, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 6 aanhef en onder b Rv. De kantonrechter in Rotterdam is bevoegd op grond van artikel 7:705 BW. Omdat – naar werknemer onweersproken stelt – de arbeid gewoonlijk vanuit Nederland werd verricht, is op grond van artikel 8 lid 2 Rome I Nederlands recht van toepassing. De verzoeken komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden daarom toegewezen. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en Fairwind wordt veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 62.518,42 bruto, een billijke vergoeding van € 1.000, achterstallig loon van 1 januari 2024 tot 1 oktober 2024 met wettelijke verhoging (50%) en rente, alsmede (na)betaling van loon van 1 juni 2018 tot 1 februari 2023 van € 289.498,67 bruto, met wettelijke verhoging (50%) en rente.