Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Apeldoorn), 4 december 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:9665
Feiten
Werkneemster was van 9 januari 2018 tot 30 mei 2024 in dienst bij Indigo Services B.V. als callcenteragent voor de verkopen van [bedrijf 1]. Haar arbeidsovereenkomst bepaalde dat bonussen onder voorwaarden konden worden toegekend en eenzijdig door Indigo konden worden gewijzigd. Volgens de ‘Huisregels Indigo 2024’ werd de bonus pas uitbetaald zodra Indigo door de opdrachtgever was betaald en uit de kosten was. Werkneemster vordert € 7.084,69, bestaande uit € 4.070 aan onbetaalde bonussen, een wettelijke verhoging van € 2.035, wettelijke rente en € 823,10 aan incassokosten. Zij stelt dat zij conform de arbeidsovereenkomst en het bedrijfsreglement recht heeft op de bonussen, maar Indigo weigert te betalen. Indigo betwist de vordering en stelt dat de bonussen niet zijn uitgekeerd omdat het bedrijf niet uit de kosten is, een omstandigheid waarvan werkneemster op de hoogte was. Bovendien is volgens Indigo het gevorderde bedrag onjuist, omdat een deel van de bonus (€ 790,07) al is uitbetaald. Toekenning van de wettelijke verhoging acht Indigo onbillijk, omdat er sprake is van onmacht, niet van onwil, en aan de voorwaarden voor vergoeding van buitengerechtelijke kosten is volgens haar niet voldaan.
Oordeel
Werkneemster vordert uitbetaling van haar bonus over 2024, terwijl Indigo stelt dat deze niet verschuldigd is omdat bonussen volgens het bedrijfsreglement alleen worden uitgekeerd als het bedrijf uit de kosten is, wat momenteel niet het geval is. Werkneemster betoogt dat de bonus een vast loonbestanddeel vormt en dat Indigo betaling niet naar eigen inzicht kan weigeren. In het arbeidsrecht geldt dat een werkgever beleidsvrijheid kan hebben bij het toekennen van bonussen, mits dit in overeenstemming is met goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW). De arbeidsovereenkomst bevat een discretionaire bevoegdheid voor Indigo, waarbij bonussen afhankelijk zijn van vooraf vastgelegde voorwaarden in het bedrijfsreglement. Een dergelijke bevoegdheid is toegestaan, zolang deze niet op onredelijke of willekeurige wijze wordt toegepast. Werkneemster stelt dat de voorwaarde ‘uit de kosten zijn’ onduidelijk en beïnvloedbaar is door Indigo zelf, bijvoorbeeld door kostenverhogingen. Dit standpunt wordt verworpen, nu werkneemster geen feiten heeft aangevoerd waaruit blijkt dat Indigo haar financiële positie bewust heeft gemanipuleerd om bonusuitbetaling te voorkomen. Vaststaat dat Indigo moeite heeft met het betalen van lonen en bezuinigingen heeft doorgevoerd om het bedrijf draaiende te houden. Nu niet is voldaan aan de overeengekomen voorwaarde voor bonusuitkering, handelt Indigo niet in strijd met goed werkgeverschap door de bonus niet uit te keren. De vordering wordt afgewezen en werkneemster wordt veroordeeld in de proceskosten.