Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 januari 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:81
Feiten
HooVos Brandbeveiliging B.V. (hierna: HooVos) drijft een onderneming gespecialiseerd in brandbeveiliging en brandpreventie in de breedste zin van het woord. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (Bpf Bouw) is pensioenuitvoerder van de bedrijfstakpensioenregeling voor de bouwnijverheid. Kern van het geschil is of HooVos bedrijfswerkzaamheden verricht die vallen onder (de werkingssfeer van) het verplichtstellingsbesluit, de cao bouw en de cao BTER (hierna: de bouwregelingen). De kantonrechter heeft in eerste aanleg onder meer voor recht verklaard dat HooVos niet onder de werkingssfeer van de bouwregelingen valt en bepaald dat de bouwfondsen de inning van de (pensioen)premies dienen te staken. Hiertegen komen de bouwfondsen in hoger beroep op. Bij tussenarrest heeft het hof een deskundige benoemd.
Oordeel
Het hof oordeelt als volgt.
Werkgever valt onder bouwregelingen
Het hof acht de bevindingen en conclusies van de deskundige overtuigend. De deskundige komt op grond van zijn bevindingen tot de conclusie dat 54,54% van de loonsom van HooVos in het referentiejaar 2014 gerelateerd is aan bouwactiviteiten. Dit betekent dat HooVos in het referentiejaar in overwegende mate bouwactiviteiten verricht en daarmee onder de bouwregelingen valt. Dit leidt ertoe dat de grieven van de bouwfondsen slagen en dat het bestreden vonnis wordt vernietigd. De in eerste aanleg ingestelde eis in conventie van HooVos strekkende tot het geven van een verklaring voor recht dat zij niet valt onder de werkingssfeer van de bouwregelingen en te bepalen dat de bouwfondsen de inning van de pensioenpremies dienen te staken voor zover reeds aangevangen alsmede de terugbetaling van reeds geïnde premies, wordt alsnog afgewezen.
Kosten deskundigenbericht in goede justitie vastgesteld
De deskundige heeft zijn kosten begroot op € 182.374,80 (inclusief btw) zoals daarvan blijkt uit een bij het deskundigenbericht gevoegde factuur van 8 december 2023 gericht aan HooVos. De deskundige heeft evenwel geen specificatie verstrekt van de verrichtingen en de kosten per verrichting, een en ander als bedoeld in artikel 14.3 van de Leidraad deskundigen in civiele zaken, hoewel het hof de deskundige hier meermalen om heeft verzocht met een verwijzing naar de Leidraad en hem in kennis heeft gesteld van de door HooVos geuite bezwaren tegen de eindnota. Bij gebreke van die specificatie kan het hof de kosten van het deskundigenonderzoek niet begroten op het door de deskundige in zijn factuur van 8 december 2023 vermelde bedrag. Het valt immers niet in te zien waarom het onderzoek dat beperkt is geweest tot het jaar 2014 de door de deskundige opgevoerde uren rechtvaardigt. Dit leidt ertoe dat het hof de kosten van de deskundige in goede justitie zal vaststellen op het reeds door hem ontvangen totaalbedrag aan voorschotten, te weten een bedrag van € 78.841,75 (exclusief btw).