Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 13 juni 2023
ECLI:NL:GHDHA:2023:2963
Werkgever vordert schadevergoeding van ruim € 130.000 van werknemer wegens fraude. Benoeming van forensisch accountant als deskundige.

Feiten

Werkgeefster drijft een onderneming die is gespecialiseerd in internationale verhuisactiviteiten en de ondersteuning van expats in brede zin. Zij richt zich in het bijzonder op activiteiten in Centraal- en Oost-Europa. Zij heeft een vestiging in Moskou (Rusland). Werknemer is op 1 november 2012 bij werkgeefster in dienst getreden met als standplaats Moskou. Werknemer was in zijn functie onder meer verantwoordelijk voor de inklaringsprocedure voor verhuizingen ten overstaan van de Russische douaneautoriteiten, waaronder de afdracht van invoerrechten. Op 13 juli 2016 is werknemer door werkgeefster op staande voet ontslagen wegens onregelmatigheden bij onder meer de afdracht van invoerrechten in verband met verhuizingen naar Rusland. Op vordering van werkgeefster heeft de kantonrechter in eerste aanleg voor recht verklaard dat werknemer onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de door werkgeefster geleden schade. Werknemer is veroordeeld tot voldoening van een schadevergoeding ter hoogte van € 132.268 op grond van artikel 7:661 lid 1 BW. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld. Bij tussenarrest heeft het hof overwogen een deskundigenbericht aangewezen te achten naar de juistheid van de stellingen van werknemer (zie AR 2025-0402). In het tussenarrest heeft het hof de voorlopige vraagstelling geformuleerd. Partijen hebben daarop kunnen reageren.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. Werkgeefster heeft laten weten dat zij zich kan verenigen met de door het hof geformuleerde vragen. Werknemer heeft twee aanvullende vragen opgesteld. Het hof neemt deze vragen niet over en zal dus aan de deskundige de vraagstelling voorleggen overeenkomstig de inhoud van het tussenarrest. Werknemer stelt voor een Russische forensisch deskundige te benoemen. Ook op dit punt zal het hof werknemer niet volgen. Het hof geeft de voorkeur aan benoeming van een deskundige die geacht kan worden bekend te zijn met de rechtsgang in Nederland. Daartegenover acht het hof de argumenten van werknemer van onvoldoende gewicht. Eventuele schending van financiële wet- en regelgeving in Rusland is niet waar het onderzoek op is gericht. De kern van het onderzoek betreft de vraag of werknemer geldbedragen heeft onttrokken aan de kas bij gelegenheid van diverse transacties die werkgeefster ten behoeve van klanten heeft uitgevoerd. Werknemer bestrijdt niet dat het ‘digitale’ deel van het onderzoek ook vanuit Nederland kan plaatshebben. Voor zover de deskundige daarbij of anderszins op taalkundige problemen stuit, zal hij de bijstand van een vertaler of tolk kunnen inroepen. Het hof benoemt de Nederlandse deskundige X en verwijst de zaak naar de rol voor deskundigenbericht.