Naar boven ↑

Rechtspraak

Triangular Group Information Services and Networking B.V./werkneemster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 17 april 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:4508
Verstekvonnis. Werkneemster is op staande voet ontslagen vanwege fraude, bestaande uit het voorliegen van Triangular Group Information Services and Networking B.V. door te doen alsof haar zoon was overleden en dat zij daardoor in geldnood zat, frauderen met de rouwkaart en de grafsteenfactuur en op valse gronden niet meer komen werken. De verzoeken van TGI worden grotendeels toegewezen.

Feiten

Werkneemster is op 1 november 2024 in dienst getreden bij Triangular Group Information Services and Networking B.V. (hierna: TGI). Omstreeks haar tweede werkweek verscheen werkneemster niet op de plek waar zij door TGI tewerkgesteld was, te weten bij de gemeente Rotterdam. Toen de projectleider daarover contact opnam, gaf werkneemster aan dat haar zoon ernstig ziek was. Op 3 december 2024 vernam TGI dat de zoon van werkneemster was overleden. Op 4 december 2024 nam TGI contact op met werkneemster. Werkneemster gaf aan in de financiële problemen te komen door de uitvaartkosten. TGI gaf aan een gedeelte van de grafsteen van de zoon van werkneemster te betalen. Op 10 december 2024 heeft TGI € 2.000 aan werkneemster overgemaakt ten behoeve van de grafsteen. Werkneemster heeft TGI op verzoek een factuur van de grafsteen gestuurd, alsmede de rouwkaart. Omdat deze bestanden vragen opriepen, is werkneemster op 20 december 2024 geschorst in verband met een onderzoek naar mogelijke fraude. Op 24 december 2024 is werkneemster op staande voet ontslagen vanwege fraude, bestaande uit het voorliegen van TGI door te doen alsof haar zoon was overleden en dat zij daardoor in geldnood zat, frauderen met de rouwkaart en de grafsteenfactuur en op valse gronden niet meer komen werken. Op 20 januari 2025 heeft TGI aangifte tegen werkneemster gedaan vanwege fraude. TGI verzoekt een veroordeling van werkneemster tot betaling van € 18.646,79 aan gefixeerde schadevergoeding, € 2.000 aan begrafeniskosten, € 24.628,82 aan overige schade, € 1.673,12 aan beschikbaar gestelde en niet teruggegeven bedrijfsmiddelen én de proceskosten.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan werkneemster wordt verstek verleend. De verzoeken van TGI worden toegewezen. De kantonrechter begroot de door TGI verzochte schade op € 2.000 minder dan TGI heeft aangevoerd, omdat dat bedrag zowel in het kader van de onverschuldigde betaling als de schadevergoeding is meegenomen. Werkneemster wordt in de proceskosten veroordeeld.