Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 9 september 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:4638
Feiten
Werkneemster is op 1 augustus 2011 bij ROC Nijmegen in dienst getreden als docente. Eind oktober 2018 heeft zij aangekondigd dat zij een boek wilde gaan schrijven over haar ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs. Daarop is vanuit ROC positief gereageerd, zij het dat werkneemster na intern beraad wel op een aantal grenzen aan het vrij schrijven is gewezen. Naar aanleiding van de publicatie van het boek is vanuit ROC veel kritiek gekomen op hetgeen zij naar buiten heeft gebracht. Daarover is ROC met werkneemster in gesprek gegaan. Uiteindelijk heeft ROC een formele ordemaatregel tot schorsing (conform de cao) bevestigd. Tussentijdse mediation heeft niet voor een oplossing tussen partijen gezorgd. Vervolgens is binnen andere sectoren van ROC afwijzend gereageerd op de vraag of werkneemster bij hen herplaatst kon worden. Verdere pogingen tussen ROC en werkneemster om tot een vergelijk te komen zijn niet geslaagd. ROC verzoekt de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van de d-, e-, g- en/of i-grond. Werkneemster verzoekt afwijzing hiervan en subsidiair betaling van de maximale transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 90.000.
Oordeel
Ontbinding d-grond
Anders dan werkneemster meent, is de kantonrechter allereest van oordeel dat haar lidmaatschap van de OR niet in de weg staat aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst. ROC heeft naar het oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende aangetoond dat aan de zijde van werkneemster sprake is van disfunctioneren. Dat er kritiek en de nodige wrijvingen zijn geweest, resulteert niet in de door ROC daaraan verbonden conclusie dat er sprake is van disfunctioneren. ROC heeft kennelijk geen reden gezien hierover beoordelings-, voortgangs- en/of functioneringsgesprekken met werkneemster te houden. Ontbinding op de d-grond wordt derhalve afgewezen.
Ontbinding e-grond
Werkneemster heeft uitdrukkelijk gehandeld in strijd met de in de in de brief genoemde voorwaarden en grenzen bij het schrijven van een boek. Natuurlijk heeft het beginsel van recht op vrijheid van meningsuiting ook gelding binnen de arbeidsverhouding, maar dit doet niet af aan de verplichting tot loyaliteit en discretie die daarbij op werkneemster rust. De kantonrechter oordeelt dat voldoende vaststaat dat werkneemster vertrouwelijke informatie met betrekking tot ROC naar buiten heeft gebracht, zonder hierover vooraf contact te hebben gehad met betrokkenen. Dit heeft zij op zodanige wijze gedaan dat dit weliswaar niet voor iedere willekeurige lezer, maar in ieder geval voor een groot aantal lezers, eenvoudig herleidwaar is tot ROC en daarmee heeft zij verwijtbaar jegens ROC gehandeld. Toch is dit naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende voor ontbinding op de e-grond.
Ontbinding g-grond
De kantonrechter is van oordeel dat, naar aanleiding van de feiten en gevoerde toon in correspondentie/de procedure, sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Dat er in de visie van werkneemster geen sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding die haar terugkeer bij ROC onmogelijk zou maken, leidt niet tot een ander oordeel. Ontbinding wordt derhalve op de g-grond toegewezen.
Vergoedingen
Aan de vereisten voor betaling van de wettelijke transitievergoeding is voldaan, terwijl geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster. Afgezien van het gegeven dat werkneemster het door haar als billijke vergoeding verzochte bedrag op geen enkele wijze nader heeft onderbouwd, volgt uit het voorgaande dat van ernstig verwijtbaar handelen door ROC naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake is, zodat toekenning van een billijke vergoeding aan werkneemster niet aan de orde is.