Appellant meldt zich op 18 februari 2013 ziek bij zijn werkgever als gevolg van een conflict op het werk. UWV brengt appellant in aanmerking voor een ZW-uitkering. Op 25 april 2013 zendt UWV aan appellant een Plan van aanpak waarin hem re-integratieverplichtingen worden opgelegd. Bij besluit van 3 oktober 2013 (het bestreden besluit) worden de bezwaren van appellant tegen het Plan van aanpak ongegrond verklaard. Het beroep van appellant tegen het bestreden besluit wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellant bij een vernietiging van het bestreden besluit geen procesbelang meer heeft. In hoger beroep stelt appellant dat hij wel procesbelang heeft omdat hij volledig arbeidsongeschikt is en niet aan de verplichtingen in het Plan van aanpak kan voldoen. Ook stelt appellant dat hij een civiele procedure tegen zijn (ex-)werkgever heeft aangespannen, omdat hij van mening is dat sprake is van een doorlopend dienstverband en dat hij in dat kader nog belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de zaak.

De Centrale Raad van Beroep overweegt als volgt. In vaste rechtspraak van de Raad (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2015:3360) is neergelegd dat eerst sprake is van (voldoende) procesbelang indien het resultaat dat met het hoger beroep wordt nagestreefd ook daadwerkelijk bereikt kan worden en het realiseren van dat resultaat voor appellant feitelijke betekenis kan hebben. Bij besluit van 24 januari 2014 heeft UWV het recht op een ZW-uitkering met ingang van 18 maart 2014 beëindigd. Re-integratieverplichtingen hebben alleen werking gedurende de periode dat recht bestaat op ziekengeld. Tijdens de periode dat appellant een ZW-uitkering ontving, is hem geen maatregel opgelegd. Ten tijde van de beoordeling door de Raad resteren geen verplichtingen op grond van het Plan van aanpak. Daarmee heeft appellant niet aannemelijk gemaakt dat hij een procesbelang heeft. De mededeling dat appellant tegen zijn (ex-)werkgever een procedure zou zijn gestart, is zonder nadere onderbouwing onvoldoende om in deze procedure aan te nemen dat appellant nog procesbelang heeft.