Rechtspraak
Appellant was werkzaam als inpakker toen hij zich op 16 januari 2012 ziek meldde. UWV heeft vastgesteld dat appellant na afloop van de voorgeschreven wachttijd met ingang van 13 januari 2014 geen recht heeft op een uitkering op grond van wet WIA, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellant werd met zijn beperkingen in staat geacht verschillende aangeduide functies te vervullen. Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, UWV heeft dit ongegrond verklaard. Ook het beroep is door de rechtbank ongegrond verklaard. Op 5 maart 2014 heeft appellant zich opnieuw ziek gemeld vanuit een WW-situatie. Op 21 mei 2014 heeft hij het spreekuur bezocht van de verzekeringsarts. Deze arts heeft appellant per 5 maart 2014 geschikt geacht voor minstens een van de functies die in het kader van de WIA-beoordeling zijn geduid. UWV heeft besloten dat appellant per 5 maart 2015 geen recht heeft op een ZW-uitkering. Hiertegen heeft appellant bezwaar gemaakt, dit is ongegrond verklaard. Ook het beroep bij de rechtbank slaagt niet. De rechtbank overweegt hierbij dat bij afwezigheid van ernstige geobjectiveerde psychische problematiek de verzekeringsarts appellant in staat acht om in elk geval een van de geduide functies te vervullen. In wat appellant heeft aangevoerd ziet de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om te concluderen dat de belastbaarheid niet juist is vastgesteld, dan wel dat er verdergaande beperkingen moeten worden aangenomen. In hoger beroep heeft appellant opnieuw aangevoerd dat zijn psychische beperkingen zijn onderschat. Hij is onder behandeling van een psychiater en gebruikt medicatie.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld en dat geen aanleiding bestaat het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt in twijfel te trekken. Met alle geobjectiveerde klachten is op overtuigende wijze rekening gehouden. De stelling van appellant dat hij sinds april 2015 onder behandeling is van een psychiater en medicatie (Citalopram 20 mg) voorgeschreven heeft gekregen werpt geen ander licht op de zaak. Deze gegevens dateren ruim een jaar na de datum in geding en geven geen ander beeld van de situatie op de datum in geding.