Naar boven ↑

Rechtspraak

Nu werkneemster voor het einde van de wachttijd in dienst is getreden van appellante als nieuwe werkgever, heeft UWV de no-riskpolis van artikel 29b ZW terecht niet van toepassing geacht.

Op 7 december 2011 meldt werkneemster zich ziek vanuit een WW-uitkering. Op 13 september 2013 bezoekt zij het spreekuur van de verzekeringsarts, die in zijn rapport concludeert dat werkneemster is aangewezen op passende werkzaamheden die zij duurzaam kan verrichten. Bij besluit van 15 oktober 2013 stelt UWV vast dat werkneemster met ingang van 4 december 2013 geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. In november 2013 (dus nog voordat werkneemster 104 weken arbeidsongeschikt is) gaat werkneemster als uitzendkracht via appellante werkzaamheden verrichten, waardoor appellante haar nieuwe werkgever is. Op 25 maart 2014 dient appellante een formulier ‘Ziekteaangifte in verband met aanvraag Ziektewet-uitkering’ in bij UWV in verband met een ziekmelding van werkneemster op 24 maart 2014. UWV stelt vast dat werkneemster met ingang van 24 maart 2014 geen recht heeft op een ZW-uitkering. Het bezwaar en beroep worden ongegrond verklaard. De rechtbank acht het standpunt van UWV, dat alleen een succesvol beroep op artikel 29b ZW kan worden gedaan indien sprake is van het gaan verrichten van werkzaamheden in een dienstbetrekking bij een werkgever binnen vijf jaar na het bereiken van de wachttijd van 104 weken, voor juist.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt als volgt. Met de rechtbank houdt de Raad het door UWV ingenomen standpunt voor juist. Dit volgt zowel uit de tekst van de bepaling als uit de bedoeling van de wetgever. De achterliggende gedachte is dat een werknemer voor wie geen mogelijkheden meer bestaan om te re-integreren bij de werkgever bij wie hij op het moment waarop hij uitviel werkzaam was meer kans maakt bij een nieuwe werkgever wanneer deze werkgever weet dat een eventuele loondoorbetalingsverplichting wordt gedekt door de no-riskpolis als de werknemer opnieuw uitvalt. Wanneer de re-integratie al vóór bereiken van het einde van de wachttijd is geslaagd, bestaat geen noodzaak voor een no-riskpolis. Dit blijkt ook uit de Nota van Toelichting bij de totstandkoming van artikel 29b ZW. Nu werkneemster voor het einde van de wachttijd in dienst is getreden van appellante heeft UWV de no-riskpolis terecht niet van toepassing geacht en zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat werkneemster met ingang van 24 maart 2014 geen recht heeft op een ZW-uitkering.